CD Recensies

BRAHMS: SYMFONIEËN NR. 1-4, NELSONS

Brahms: Symfonieën nr. 1-4. Boston symfonie orkest o.l.v. Andris Nelsons. BSO Classics 1701/3 (3 cd’s, 2u. 48’43”). 2016

 

Sinds de dagen van Serge Koussevitzky legde het Boston symfonie orkest symfonieën van Brahms vast onder Charles Munch en Erich Leinsdorf op RCA in de jaren vijftig en zestig, Seiji Ozawa op DG in 1976 en Bernard Haitink (Philips) in 1992/3. Met nu de veelgeprezen en heel succesvolle Andris Nelsons op de bok (jammer voor Amsterdam) leek de tijd gekomen voor een nieuwe reeks. 

Mogelijk omdat DG met de waarschijnlijk nog goed verkopende series van Karajan en Abbado in de catalogus daar geen trek in had, lijkt begrijpelijk. Liever scoort men daar succes met de begonnen Shostakovitch serie uit Bosten, ook geweldig.

Daarom verschijnen deze door hetzelfde team als bij die Shostakovitch gemaakte zaalopnamen op het eigen label, wat verkrijgbaarheid in Europa misschien wat bemoeilijkt. En opnieuw raken we diep onder de indruk van Nelsons’ resultaten. Dat het om zaalopnamen gaat, is niet te horen door het ontbreken van storende bijgeluiden.

Misschien is het oordeel over deze set in enkele woorden te omschrijven: Nelsons zorgt voor een stel begrijpende en liefdevolle, heel vitale interpretaties. Verrassend is hoe de dirigent deel na deel de juiste sfeer, het verlangde karakter treft. Hij zorgt voor een duidelijke, mooi afgewerkte frasering, houdt maat in dynamiek en spanning. En wat een goed orkest heeft hij ter beschikking! Kritische details en overgangen worden op natuurlijke wijze verwerkt, zodat het haast overbodig is er nader op te wijzen.

De natuurlijke ’schoenendoos’ vorm, die Symphony Hall gemeen heeft met het Concertgebouw, zorgt voor een open, natuurlijke, warme akoestiek.

Vanzelfsprekend zijn er andere prachtige Brahms cyclussen. Van Klemperer (EMI 562.742-2), Karajan (DG 453.097-2), K. Sanderling (RCA 09478-69220-2), Abbado (DG  435.683-2) en Harnoncourt (Teldec 0630-13136-2), maar ik ben geneigd om nu Nelsons boven allen te stellen.