Bruckner: Symfonie nr. 2 in c WAB. 102; Strauss, R.: Suite Le bourgeois gentilhomme op. 60 TrV. 228c. Gerhard Oppitz (p) met het Weens filharmonisch orkest o.l.v. Riccardo Muti. DG 479.8180 (2 cd’s, 1u. 42’28”). 2016.
Deze zaalopnamen van het Salzburg Festival zomer 2016 documenteren. Dat moet een feestelijke gebeurtenis zijn geweest want de dirigent vierde zin vijfenzeventigste verjaardag met het orkest dat in 1873 de Symfonie nr. 2 van Bruckner, toen nog in de Urfassung van dat jaar, nu wel begrijpelijk in de versie Nowak, en in 1820 het werk van Strauss in première hadden gebracht.
Met diverse orkesten laat Muti een aardig spoor aan Bruckersymfonieën na, maar van nr. 2 is van hem geen eerdere opname bekend. Al is hij misschien niet de ideale Brucknervertolker is het wel frappant dat Italiaanse dirigenten zo goed raad weten met Brahms en Bruckner. Denk aan Abbado, Chailly en Giulini. Muti’s lezing is in ieder geval zeer intens en doorleefd en kan zich met de beste meten. Wel is men gebonden aan een tweede schijfje met de pastiche toneelmuziek Strauss’ Bürger als Edelmann, of om de gangbaarder titel te gebruiken, Le bourgeois gentilhomme. Met pianist Gerhard Oppitz voert hij deze muziek evenwichtig en elegant uit, maar toont ook energie als dat nodig is, zoals in ‘De schermmester’, Ook de menuetten en het intermezzo bezitten een goed karakter. Vrijwel even mooi als bij Rattle (EMI339.339-2) en de oude monoversie van Krauss (Testament SBT 1184).
Dit werd zo een dierbare herinnering aan een door bezoekers als ‘magisch’ beschreven concert.