Benda, G.: Medea; ‘Grave’ uit Vioolconcert in G (celloversie). Hertha Schell (s., Medea), Brigitte Quadbauer (ms., eerste hofdame, Jason’s jongere zoon), Peter Uray (t., Jason, Jasons oudste zoon) met het Praags kamerorkest o.l.v. Christian Benda (vc). Naxos 8.553346 (55’03”). 1994
Benda, G.: Medea; Klavecimbelsonates nr. 4 in F, 8 in G en 9 in a. Resp. Caroline Gautier (recitante) met het Kamerorkest Lausanne o.l.v. Olivier Cuendet en Laure Colladant (p). Accord 20262-2 (75’49”). 1990, 1993
“Niets heeft me ooit meer verbaasd” schreef Mozart enthousiast aan zijn vader nadat hij eind 1778 in Mannheim Georg Benda’s melodrama Medea op een libretto van Friedrich Wilhelm Gotter had beleefd, “Er werd niet gezongen, maar gedeclameerd als in obbligato recitatieven. Af en toe wordt ook met mooi effect gesproken bij de muziek. Weet je wat ik geloof? Je zou operarecitatieven op deze manier moeten behandelen en slechts gezongen recitatieven gebruiken wanneer de tekst beter door muziek kan worden uitgedrukt”.
In de achttiende eeuw was het begrip melodrama in de letterlijke Griekse betekenis gebruikelijk als combinatie van acteren en muziek, bij voorkeur in hoogste emotionele taferelen - met zeer opgewonden vrouwen die door hun echtgenoot in de steek waren gelaten zoals Medea en Ariadne.
Jean-Jacques Rousseau was de bedenker van het melodrama in zijn dramatische monoloog Pygmalion (1762). In Frankrijk vond hij geen navolging, in Duitsland wel, met name bij de immigrant Jiri Antonin ofwel Georg Benda (1722-1795) die in 1775 zowel Medea als Ariadne auf Naxos schreef. In datzelfde jaar was de première in Leipzig.
Beide werken bestaan uit één doorlopende scène met meerdere spreekstemmen in dramatische actie. die de gevoelens van de verschillende figuren goed duidelijk maken wanneer Medea tijdens een storm haar beide zonen doodt, begeleidt door muziek die de handelingen prachtig ondersteunt, mat bijvoorbeeld een vioolstem die een stemmingswisseling aangeeft. Er is een netwerk aan motieven en een uitgekiend tonaliteitschema om het geheel te binden. De ouverture werpt schaduwen van het gebeuren vooruit, het korte naspel blikt er even op terug.
De gouvernante, beide zonen en tenslotte Jason zelf hebben wat ondergeschikte rollen, want in feite is dit een monodrama dat door Hertha Schell letterlijk en figuurlijk heel sprekend in boeiende kleuren wordt vertolkt, het orkest speelt met sympathiek veel gevoel.
Vergeet daarna het nodeloos toegevoegde barokkitsch dat waarschijnlijk van Benda’s oudere broer is. Wie nieuwsgierig geworden belangstelling heeft voor Benda’s Ariadne auf Naxos en Pygmalion, vindt deze met dezelfde uitvoerenden op Naxos 8.553345).
De Accord opname biedt een wat minder goede uitvoering van Medea, maar wel goede sonates.