Borgström: Vioolconcert in G op. 25; Shostakovitch: Vioolconcert nr. 1 in a op. 77. Eldbjørg Hemsing met het Weens symfonie orkest o.l.v. Olari Elts. BIS SACD 3366 (74’12”). 2015
Net als andere grote Noorse romantische schrijvers en componisten als Ibsen en grieg studeerde Hjalmar Borgstrøm (1864-1925) behalve bij Svendsen geruime tijd in Leipzig en Berlijn om te kunnen leven en werken voordat hij naar zijn vaderland terugkeerde, daar ook erkenning vond, niet alleen als componist, maar ook als belangrijk criticus.
Hij let een compact oeuvre na, waaronder post-Lisztiaanse symfonische gedichten als Hamlet op. 13 en Tanken op. 26 (Andersen, NKFCD 50026-2) en Ibsens John Gabriel Borkman, opera’s over mythische onderwerpen en concerten, onder meer dit Vioolconcert uit 1914, waarvan Jonas Båtstrand, die met Helge Kjekshus ook de volledige werken voor viool en piano opnam (Simax PSC 1237) met dirigent Terje Boye Hansen (Simax PSC 1311) in 2008 een mij niet bekende opname maakte.
Het gaat om in gangbare driedelige vorm gegoten werk, dat weliswaar geen duidelijk Noordse inslag heeft, maar het is wel bijzonder mooi en verleidelijk. Het is voortreffelijk, vooral verbeeldingsvol verhalend lyrisch voor de viool geschreven, die zich nu eens in het hoge, dan weer in het lage register ophoudt. Er komen interessante gedachten langs en het geheel boeit van a tot z.
De combinatie met Vioolconcert nr. 1 van Shostakovitch heeft te maken met een al vroeg gevonden voorliefde voor dit werk dat de soliste instudeerde met Boris Kushnir die zelf les heeft gehad van Oistrakh. Ze heeft zich de emotionele inhoud van de uitdagende compositie goed eigen gemaakt en voert de in 1955 herziene versie met veel hartstocht uit. Moedig gaat ze de vergelijking aan met bekende voorgangers als Vengerov (Warner 2564-69452020, Khatchatrian (Naïve V 5025) en haar vrouwelijke collega’s Hilary Hahn (Sony 50997-098992-2) en Sarah Chang (EMI 346053-2).
Dit is een verleidelijk droomdebuut op internationaal niveau.
Wie meer van de Noorse componist wil horen, zij gewezen op zijn aandeel in het liederenprogramma Shadow songs (Euridice EUCD 40).