CD Recensies

BRAHMS: LIEDEREN, APPL

Brahms: Liebe und Frühling nr.1 op. 3/2 en nr. 2 op. 3/3; Nachwirkung op. 6/3; Vor dem Fenster op. 14/1; Trennung op. 14/5; Ich schell mein Horn ins Jammertal op. 43/2; Das Lied vom Herrn von Falkenstein op. 43/4; O liebliche Wangen op. 47/4; In meiner Nächte Sehnen op. 57/5; Blinde Kuh op. 58/1; Während des regens op. 58/2; Serenade ‘Leise, um nicht zu wecken’ op. 58/8, Eine gute, gute Nacht op. 59/6; Frühlingstrost op. 63/1; Erinnerung op. 63/2; An ein Bild op. 63/3; An die Tauben op. 63/4; Serenade op. 70/3; Nachtigall op. 97/1; Verrät op. 105/5; Maria ging aus wandern WoO. 33/14; Ach Gott, wie weh tut Scheiden WoO. 33/17; So wünsch ich ihr ein gute Nacht woO. 33/18; Mir ist ein schönes brauns Maidelein WoO. 33/24; Ich stand auf hohem Berge WoO. 33/27; Es reit ein Herr und auch sein Knecht WoO. 33/28; So will ich frische und fröhlich sein WoO. 33/32; Schöner Augen, schöne Strahlen WoO. 33/39. Benjamin Appl  (b) en Graham Johnson (p). Hyperion CDJ 33127 (77’42”). 2016 

 

Het was Brahms die samen met. Schumann samen een kampioen was in de waardering voor de liederen van Schubert. ‘Van al diens. Liederen kun je een iets leren’, zoals de teamvorm. Van zanger en begeleider, de manier waarop je menselijk drama en menselijke vreugde met de meest economische middelen kunt uiten. 

Daaraan voegde Brams zijn eigen laagje, vaak sensuele vitaliteit toe. De liederen voor vrouwenstem likes soms een vurige communicatie met een mensensoort die hij zich verder ontzegde. Hij wist ook zijn teksten goed uit te zoeken en baseerde zich soms op de folklore.

Voor deel 7 van de reeks met Brahms’ complete liederenschat treedt de laatste leerling van Fischer-Dieskau aan: de Duitse bariton Benjamin Appl (1982) die eerder een opname met liederen van Schubert maakte (Wigmore Hall WHLIVE 0082) en gemengde recitals gaf op Champs Hill CHRCD 112 en Sony 88985-39303-2. Fischer-Dieskau nam zelf de volledige liederen voor mannenstem tussen 1964 en 1973 op (EMI 764.820-2, 6 cd’s). Appl zingt er hier 28. Ze zijn met tussensprongertjes chronologisch gerangschikt en we krijgen - met name uit de Werke ohne Opusnummer - veel onbekend materiaal te horen.

Appl beschikt over een mooie lyrische baritonstem die iets heeft van die van de grote F.D. en die waarschijnlijk model stond voor hem; zijn hogere register klinkt soms wat robuuster, wat de meer turbulente liederen ten goede komt en hij vermijdt het intimiderende dat soms bij zijn leraar stoorde.

Zoals in alle Hyperion liedopnamen die hij mede initieerde, toont Graham Johnson zich ook hier een inlevende begeleider.