CD Recensies

BEETHOVEN: SYMFONIEËN NR. 1-9, HERREWEGHE, STANGEL

Beethoven: Symfonieën nr. 1-9. Andrea Lauren Brown (s), Ulrike Malta (ms), Markus Schäfer (t), Bernhard Spengler (bs), Vokalwerk Nürnberg en Taschenphilharmonie o.l.v. Peter Stangel. Edition Taschenphilharmonie ETP 010 (6 cd’s, 5u. 07’36”). 2012/7

 

Beethoven: Symfonieën nr. 1-9. Christiane Oelze (s), Ingeborg Danz (ms), Christoph Strehl (t), David Wilson-Johnson (bs) met de Academia musicale Chigiana, Collegium vocale Gent en het Antwerps symfonie orkest o.l.v. Philippe Herreweghe. Pentatone PTC  5186-312 (5 cd’s, 5u. 36’49”). 2004/9

 

Het is anno 2018 niet moeilijk om een cyclus Beethovensymfonieën te vinden in de cd wereld die aan ieders smaak en opvatting voldoet. Dat gaat van de grote symfonie orkesten met moderne instrumenten als bij Abbado (DG 469.000-2) via specifieker opvattingen als bij Harnoncourt (Teldec 2292-46452-2) tot een meer historiserende aanpak als bij Brüggen (Glossa GCDSA 921116) en Van Immerseel (Zig-Zag territoires ZZT 080402.6). 

Om ‘één van de grote meesters uit ons patrimonium beter te leren begrijpen’ zijn allerlei pogingen ondernomen. Vele daarvan strandden uiteindelijk omdat ondanks alle goede bedoelingen de aanpak te voorzichtig was of onvoldoende werd aangetoond hoe Beethoven zich in de loop der tijd losbrak uit de voor hem knellend geworden band van het classicisme en zijn emoties onvoldoende werden getoond.

Philippe Herreweghe heeft veel gedaan om met zijn Gentse koor en de orkesten die hij dirigeerde waardevolle bijdragen aan die historiserende muziekpraktijk te doen, maar met een ‘gewoon’ middenklasse orkest uit Antwerpen is het - met verder alle respect - onmogelijk om op één lijn te komen met de beste anderen.

Een heel andere poging om met Beethovens symfonieën, nu als het ware in een workshop, om te gaan, koos Peter Stangel met zijn in 2005 opgerichte Münchense Taschenphilharmonie onder de titel ‘Beethoven revisited’. Hij zet  naast concertmeester Angelika Lichterstern slechts elf tot zvijftien instrumentalisten in, waarbij zich in symfonie nr. 9 vier noodzakelijke solisten en een klein koor voegen op zoek naar de oorspronkelijke intenties van Beethoven. 

Zo speelt een kamerorkest op symfonische wijze in de kleinst mogelijke bezetting die van werk tot werk varieert, noem dat symfonische kamermuziek of kamermuziek symfonieën.

Zo’n aanpak komt natuurlijk een duidelijke stemvoering en een helder profiel ten goede. In nr. 9, ooit in een advertentie slecht uit het Engels vertaald ‘de koraalsymfonie’ genoemd, hoeven de solisten zich minder luid te manifesteren en forceren.

Het geheel levert een heel nieuwe, bijzonder levendige luisterervaring op en ka n gelden als belangrijk alternatief voor wat we gewoon zijn te horen van Beethovens symfonieën.