Bach, J.S.: Complete werken voor toetsinstrument: De jonge erfgenaam. Bach, J. Christoph: Prelude en fuga in Es; Bach, J.M.: Nun komt, der Heiden Heiland ; Bach, J.S.: Aria variata in a ‘alla manier Italiaan’ BWV 989; Capriccio in E BWV. 993; Capriccio sopra la lontalanza del suo fratello dilettissimo BWV. 992; Koraalpartita Ach, was soll ich Sunder machen? BWV. 770; Koraalvoorspelen Gott durch deine Güte’ BWV. 724, Ach Gott vom Himmel sieh darein BWV 741, Machs mit mir, Gott, nach deiner Gut BWV. 957, Das alte Jahr vergangen ist BWV. 1091, Herr Gott, nun schleuß den Himmel auf BWV. 1092. O Jesu, wie ist dein Gestalt BWV. 1094, Ehre sei dir, Christus, der du leidest Not BWV. 1099, Jesu meine Freude BWV. 1105, Nun laßt uns dein Leib begraben ben BWV. 1111, Christus, der ist mein Leben BWV. 1112, Ich hab mein Bach Gott heimgestellt BWV. 1113, Herr Jesu Christ, du höchstes Gut BWV. 1114, Herzlich lieb had ich dich, o Herr BWV. 1115, Was Gott tut, das ist wohlgetan BWV 1116, Alle Menschen müssen sterben BWV 1117, Werde munter, mein Gemüte BWV. 1118, Wie nach einer Wasserquelle BWV. 1119; Fantasia con Imitationen in b BWV. 563; Fantasia in C BWV. 570; Fantasia in c BWV. 1121; Fantasie in G BWV. 671; Fuga sopra Vom Himmel hoch, da komm ich her BWV 700; Fuga in A BWV. 949; Fuga in A over een Trema van Albinoni BWV. 950; Fuga in a BWV. 947; Fuga in b over een thema van Albinoni BWV 951a; Fuga. In C BWV. 946; Sonates in a BWV. 967, D BWV. 963; Preludia en fugae in A BWV. 896, a BWV. 551, C BWV. 531, d BWV. 549a, e BWV. 533, g BWV. 535a; Prelude en partita del tuono verso in F BWV. 833; Suite in A BWV. 832; Böhm: Koraalvoorspel Vater unser im Himmelreich; Frescobaldi: Bergamasca; Froberger: Canzone; Grigny: Point d’orgle sur les grand jeux in a; Kuhnau: Suonata Quarta; Marchand, L.: Suite nr.1 in d; Pachelbel: An Wasserflüssen Babylon. Benjamin Alard (kl, org). Harmonia Mundi HMM 90.2450/2 (3 cd’s, 4u., 8’25”). 2017
De Franse klavecinist en organist (die op het Silbermann orgel uit 1718 van de St. Aurelia kerk in Straatsburg speelt) is begonnen aan een integrale opname van alle werken voor toetsinstrument van Bach. Een dergelijk omvangrijk project is er nog nooit geweest en wie de omvang ervan wil begrijpen, doet er goed aan de BWV catalogus erbij te nemen en zich te wapenen met een goede biografie, bijvoorbeeld die van Christoph Wolff uit 2000 en zijdelings een blik te slaan in Hun naam was Bach van Karl Geiriger en in Hans Franck’s Bach.
Alard pakte de affaire chronologisch aan en begint dus met de werken die tussen globaal 1699 en 1705 in Ohrdruf, Lüneburg en Arnstadt werden geschreven. Het zijn jeugdwerken uit zijn tijd als leerling, maar ze verraden altgrote kwaliteiten. Alard legt ook meteen een verband met wat andere werken van familiegenoten en tijdgenoten die de componist bekend moeten zijn geweest.
Klavecimbel en orgel worden afwisselend ingezet, waarbij opvalt dat het orgel niet alleen aan bod komt voor de Koraalvoorspelen, maar op cd 3 ook voor het Capriccio voor zijn vertrokken broer.
Als klavecimbel heeft Alard door Émile Jobin gebouwde kopieën van een Ruckers uit 1612 en een Dulken uit 1747 ter beschikking.
Voeg daarbij dat Benjamin Alard heel gevoelig, genuanceerd en stijlvol speelt het begin van een opmerkelijke onderneming is met succes bekroond gestart. Wie met hem in zee gaat, is haast verplicht zich ook aan het vervolg van de reeks te committeren.