Bruckner: Missa solemnis in bes WAB. 29; Tantum ergo in Bes WAB.44; Magnificat in Bes WAB. 24; Führer: Christus factus est in f; Eybler: Magna et mirabilia sunt opera tua Domine in Bes; Gänsbacher: Te Deum in d op. 45, Johanna Winkel (s), Sophie Harmsen (ms), Sebastian Kohlhepp (t), Ludwig Mittelhammer (b) met het RIAS Kamerkoor en de Akademie für alte Musik Berlijn o.l.v. Lukasz Borowicz, Accentus ACC 30429 (47’11”). 2017 

Wat goed dat de onbekende Missa solemnis van Bruckner, nog het werk van een student uit 1854, opnieuw op cd verschijnt. Geheel naar een huidige gewoonte doorspekt dirigent Borowicz het werk met met een graduaal van Robert Führer, een offertorium van Josephe Eybler, een Te Deum van Johann Baptist Gänsbacher en vult hij dat aan met Bruckners eigen Magnificat en Tantum ergo uit 1852.

Bovendien gebruik hij voor de Mis de Urtext uitgave die Gunnar Cohrs (ook met Samale, Phillips en Mazzuca voltooien van Mahler X en zelf iemand die eerder Bruckner IX aanvulde (Rattle, EMI. 952.969-2).

Opvallend is dat de Mis te boek staat in bes klein, maar grotendeels in Bes groot staat. Dat de dertigjarige Bruckner al net als in zijn latere werken complexe fuga’s kon schrijven, toont hij in het Gloria en het Credo aan. Een ander treffend moment is de mooie melodie van het Sanctus. 

De manier waarop het homogene solistenteam, het voortreffelijke, wendbare koor en het helder klinkende orkest deze werken mooi naar voren brengen, verdient een arm applaus. Des te spijtiger dat het feest al na ruim drie kwartier voorbij is. Toch is er alle reden om blij te zijn met deze uitgave.

De enige andere, oudere, uit 1991 van Karl Anton Rickenbacher (Virgin 791.481-2) duurt met de Psalmen 112 en 150 nauwelijks langer (49’37”), maar geeft wel de Mis aan één stuk zonder ’tussenwerpsels’ en beschikt in zijn forsere, maar ook wat minder subtiele aanpak over uitetende solisten als Christiane Oelze, Claudia Schubert, Jörg Dürmüller en Reinhard Hagen.