Bodin de Boismortier: Don Quichotte chez la duchesse op. 97. Stephan van Dyck (t. Don Quichotte), Richard Biren (b., Sancho Panza), Meredith Hall (s., Altisidore), Marie-Pierre Wattiez (s. Een boerenmeisje), Paul Gay (b., de hertog, Berlijn, Japanse man) e.a. met Le concert spirituel o.l.v. Hervé Niquet. Naxos 8.553647 (60’44”). 1996
Joseph Bodin de Boismortier (1689-1755) werd voornamelijk bekend met zijn kamermuziek composities - stukken voor viola da gamba, fluitsonates, fagotsonates en triosonates en klavecimbelsuites, maar schreef ook tenminste twee theaterwerken: het elders besproken opéra-ballet Daphnis et Chloé (1747) en deze Don Quichotte (1743).
Dit komische ballet was zijn eerste werk voor de Parijse Opéra en had toen een bezetting met sterren als de sopraan Marie Fel, de gevierde danseuse ‘La Camargo’ (die daarvoor succes had in Hippolyte et Aricie van Rameau) en de danser Louis Dupré. Bij de première werd het vrij korte werk voorafgegaan door Les amours de Ragonde ou la soirée de village van Mouret.
Favart baseerde zijn libretto op een prachtige episode uit het tweede deel van Cervantes’ epische verhaal. Daarin wordt het hulpje van Don Quichtte, de ‘Ridder van de leeuwen’ Sancho Panza onderworpen aan een stel uiterst ongemakkelijke practical jokes. Boismortier zette dat heel suggestief op muziek, brullend monster en al aan het slot van de ouverture; tot veler verrassing keert het aan het eind van het werk na de chaconne nog eens terug.
Dat alles in rococostijl met charmant-levendige aria’s, soepele koren en natuurlijk de nodige aanstekelijke dansen. Met een stijlvol en alert reagerende bezetting zorgt de enthousiaste Hervé Niquet voor een ontzettend aardige uitvoering vol kleur en actie. Interessant is ook de instrumentatie.