Bernstein: Symfonieën nr. 1 Jeremiah, 2 The age of anxiety en 3 Kaddish; Prelude, fugue and riffs. Nadine Sierra (s), Beatrice Rana (p), Marie-Nicole Lemieux (ms) Josephine Barstow (spr), Alessandro Carbonare (kl) met het Orkest en koor van de Accademia nazionale di Santa Cecilia, Rome o.l.v. Antonio Pappano. Warner 9029-56615-8 (2 cd’s, 1u. 52’56”). 2017
Bernstein heeft nooit een rechttoe, rechtaan abstract symfonie geschreven. Zijn drie symfonieën behoren tot wat hij zelf ooit omschreef als ‘het werk dat ik mijn leven lang aan het schrijven ben…. over de worsteling, geboren uit de crisis van onze eeuw, een crisis van het geloof’.
Symfonie nr. 1, Jeremiah, eindigt met een mezzosopraan die een weeklacht van de profeet over de tempel zingt.
Bij Symfonie nr. 2 The age of anxiety, zonder menselijke stemmen, maar met een solo voor piano is een gedetailleerd programma gebaseerd op een lang gedicht van W.H. Auden over de zoektocht naar betekenis en geloof in lege levens. Het aan dat ‘lege leven’ gewijde gedeelte, verbeeld. Door een losgeslagen nachtelijk feest, is. Waarschijnlijk het vrolijkst, met een scherzo met een virtuoos jazzy pianostuk, vergezeld door een celesta, harp, contrabas en (veel) slagwerk. De rest van het werken serieuzer en is eclectisch van stijl, maar coherent en doelbewust.
In Symfonie nr. 3, Kaddish, zingen koren Joodse geestelijke teksten en voert een vertelster een eenzijdig en steeds smartelijker wordend gesprek met zijn God.
Met Bernstein als dirigent zijn de drie symfonieën verschenen met het Israël filharmonisch orkest (DG 445.245-2), een opname uit 1978. Een nieuwe integrale opname kon geen kwaad en deze voldoet aan hoge verwachtingen.
Pappano heeft een goede greep op het omvangrijke en ambitieuze werk en Marie-Nicole Lemieux zingt de klacht uit het laatste deel met gloeiende kracht.
Dat de piano in Symfonie nr. 2 een eerder vragende, dan dominante rol speelt, heeft Beatrice Rana goed begrepen in haar belangrijke, dichterlijke bijdrage.
Waarschijnlijk is Symfonie nr. 3 het moeilijkst goed te realiseren. Maar juist hier is Pappano met zijn geweldig mooi en heel toegewijd, helder spelende orkest heel succesvol. Samen brengen ze het voor elkaar dat het werk niet zozeer in verlegenheid brengt, maar aan vreugde en waardigheid wint. Josephine Barstow is de gedecideerde vertelster.