CD Recensies

BACH, J.S.: BRANDENBURGSE CONCERTEN NR.1-6, BERNARDINI

Bach, J.S.: Brandenburse concerten nr. 1 in F BWV. 1046, 2 in F BWV. 1047, 3 in G BWV. 1048, 4 in G BWV. 1049, 5 in D BWV. 1050 en 6 in Bes BWV. 1051; Orkestsuite nr. 2 in b BWV. 1067. Zefiro o.l.v. Alfredo Bernardini. Arcana A 452 (2 cd’s, 1u. 51’58”). 2017

 

De orkestrale hoeksteen van Bachs muziek is de reeks van zes Brandenburgse concerten die hij in 1721 opdroeg aan de markgraaf van Brandenburg, Ze zijn ook bekend als de Concerts avec plusieurs instruments. Het is misschien wel de briljantst gevarieerde instrumentale bundel uit de barokmuziek.

Geen twee werken zijn geschreven voor dezelfde instrumentale combinatie en bijgevolg is de reikwijdte van de kleuren bijzonder groot. Deze rijke variatie heeft, naast zich ontwikkelde kwesties rond de uitvoeringspraktijk, geleid een breed scala aan interpretaties opgeleverd.

Geen wonder ook, dat het discografische rijk van Bachs Brandenburgse concerten al rijkelijk overbevolkt is en logisch dat het ook een aantal bijzonder mooi opnamen opleverde van bijvoorbeeld Alessandrini (Naïve OP 30412), Pinnock (Avie AV 2119), Abbado (DG 477.8908) en Butt (Linn CKD 430).

Toen niet zo lang geleden de Zefiro opname van Bachs vier Orkestsuites (Arcana A 400) werd besproken, viel op dat daaraan Suite nr. 2 ontbrak wat een paar druppels zuur in een verder juichende bespreking veroorzaakte. Die omissie wordt hier gelukkig alsnog goedgemaakt, maar leidt wel tot een op zichzelf ongewenste koppelverkoop wil men beide groepen werken compleet hebben.

Het door barokhoboïst Alfredo Bernardini, samen met hoboïst Paolo Grazzi en fagotspeler Alberto Grassi in 1989 opgerichte Zefiro ensemble heeft dankzij Bernardini’s vestiging hier ook een Nederlands tintje. Tot het ensemble behoren ook Bernardini’s dochter, de violiste Cecilia en blokfluitiste Dorothee Oberlinger.

Aan de opname ligt het nodige fundamentele oinderzoek naar het zo authentiek mogelijke gebruik van het instrumentarium ten grondslag en leidde ook tot de historisch juiste Franse stemming van A = 398Hz, bijna de tiefkammmerton A = 392Hz.

Maar waar het om gaat, is natuurlijk hoe de vertolkingen zijn. Uitgelaten en levendig in de snelle delen, ingetogen en expressief in de langzame, alles in een fijne sfeer van geconcentreerde kamermuziek. De tempi zijn zinvol en effectief, het ensemble klinkt evenwichtig en ieder concert wordt gebracht met de onthaaste en goed gefraseerde syntax van een gesprek op niveau. Zo werd dit een van de fijnste uitgaven van de Brandenburgers.