Bartók: Racines. Roemeense dansen op. 8a, Sz. 43, BB. 56 nr. 1 en 2; Improvisaties over Hongaarse boerenliederen op. 20 nr. 1-8 Sz. 74, BB. 83; Buiten nr. 1-5 Sz. 81, BB. 89; Bagatellen op. 6 nr. 1-14 Sz. 38, BB. 50. Florent Boffard. Mirare MIR 410 (59’23”). 2018

Omdat veel van Bartóks werken hun oorsprong vinden in de volksmuziek, was  het een aardige gedachte om deze cd de titel Racines (wortels) mee te geven. De Franse pianist Florent Boffard die eerder in 1999 met Isabelle Faust de Vioolsonates nr. 1 en 2, de Rapsodieën nr. 1 en 2 en de Roemeense volksdansen van Bartók opnam (Harmonia Mundi HMV 91.1702), is geen vreemde in dit wereldje.

Boffard toont in zijn spel iets van de spontaniteit die we kennen van de eigen piano opnamen van de componist. De Roemeense dansen krijgen daardoor een rijkgeschakeerde voorwaartse beweging met in de eerste een donkere rapsodische passage in het midden, de tweede krijgt het karakter van een burleske.

Ook de vrij simpel schijnende Improvisaties over Hongaarse boerenliederen schitteren in hun folklore achtergrond, en het eerste deel van Buiten wordt fel, maar zonder gehamer voorgedragen, de rest verloopt in stijl en de Bagatellen maken een sterke, allerminst nietige indruk. De klank van deze productie bezit een uitstekende kwaliteit. Het geheel staat vrijwel op hetzelfde niveau als van de veelgeprezen Kocsis (Philips).