Bach, W.F.: Klavecimbelconcerten in D F. 41, BR. C9, in e F. 43, BR. C 12, en a F. 45, BR. C 14; ‘Allegro e forte’ uit Sinfonia in d F. 65; Sinfonia in F F. 67, BR. C2. Maude Gratton met Il Convito. Mirare MIR 152 (74’00”). 2012
Bij Bachs oudste zoon bouwde voort op de stijl van zijn vader, maar boog in de richting van Sturm und Drang, wat in deze selectie van zijn Klavecimbelconcerten mooi te volgen is. Vooral de mineurwerken hebben een dramatisch karakter en mengen de oude stijl mt nieuwe inzichten.
Op deze cd zijn Klavecimbelconcerten en Sinfonia’s bijeengebracht die een goed beeld van de compositorische grensverleggingen uit die tijd geven.
Maude Gratton al op Mirare MIR 088 solowerken van Bachs oudste zoon opnam en speelde op een door Philippe Humeau gebouwde kopie Zeil klavecimbel uit 1728 en een Martin Kather clavichord, wijdt zich hier aan een stel Klavecimbelconcerten.
Hier geeft ze met de vijf strijkers van Il convito heel boeiende en levendige vertolkingen die in hun gevoelsmatig steeds betrokken, dus heel expressieve gedaante de ware substantie van deze werken goed naar voren brengen. Gratton is waar nodig heel vloeiend en virtuoos in haar voordacht en ze inspireert haar begeleiders duidelijk, schuwt niet om capricieuze momenten nader te belichten.
Buiten haar inbreng is het menuet uit de Sinfonia in F een markant moment; achter de naam allegro e forte blijkt zich een veerkrachtige fuga te verschuilen.
Het lijkt haast onnodig om vast te stellen dat dit een heel waardevolle bijdrage is aan de W.F. Bach discografie.