CD Recensies

BLACHER: DANSSUITE; POÈME; HAMLET; CONCERTANTE MUSIK

Blacher: Danssuite; Poème; Hamlet op. 17; Concertante Musik op. 10. Berlijns omroeporkest o.l.v. Johannes Kalitze. Capriccio C 5349 (57’25”). 2017

 

Sinds de kennismaking met zijn Paganinivariaties op. 24 voor orkest uit 1947 is de belangstelling voor Boris Blacher gewekt. Blacher werd in 1903 uit Duitse ouders geboren in Mantsjoerije, arriveerde op negentienjarige leeftijd in Berlijn en ging compositie studeren bij Friedrich Koch. Met steun van Karl Böhm werd hij in 1938 docent aan het conservatorium in Dresden, waar Gottfried von Einem en Aribert Reimann behoorden tot zijn studenten. 

De Danssuite is samengesteld uit de Ouverture van de opera Fürstin Tarakanowa (1940) die in 1941 in première ging hoewel bekend was dat de componist een felle anti-Nazi was en zijn baan in Dresden moest opgeven, het ‘adagio’ en ‘moderato’ uit de Demeter suite (1963) en de deeltjes 4 en 5 uit de door Kalitze bewerkte Lysistrata suite (1950).

Zoals meestal bij deze componist zijn de werken vlot, ritmisch alert en niet te diepzinnig. Zijn met zelfbeperking uitgekozen materiaal leidt niet tot eentonigheid, maar juist tot een vruchtbare fantasie. 

De Concertante Musik was in 1937 zijn eerste succes. Geen wonder met zijn mengeling van neo-classicisme en jazz invloeden klinkt het werk atletisch en briljant.

De meeste van deze kwalificaties gelden ook voor het Poème uit 1974 en het symfonisch gedicht Hamlet uit 1940. Kalitze toont veel affiniteit met deze lenige, veerkrachtige en krachtige muziek. Een cd die veel kan bijdragen tot de (her)waardering van Blacher.