Brusa: Florestan; Messidor; La triade; Nittemero symfonie; Fanfare. Nationaal Oekraïns symfonie orkest o.l.v. Fabio Mastrangelo. Naxos 8.55566 (75’37”). 2001
Brusa: Firelights; Adagio; Wedding song; Requiescat; Suite grotesque; Favole. Nationaal Oekraïns symfonie orkest o.l.v. Fabio Mastrangelo. Naxos 8.555267 (75’44”). 2001
Het kan een verademing zijn om muziek van deze tijd te horen die gewoon tonaal van aard is en die bovendien nog vrij makkelijk in het gehoor ligt. Zulks is het geval met het stel orkestwerken van de Italiaanse componiste Elisabetta Brusa (1954) die in 1980 aan het Conservatorium in Milaan afstudeerde en compositiecursussen volgde aan de Darlington muziekzomerschool in Tanglewood en bij Hans Keller.
Florestan blijkt een prachtig symfonisch gedicht te zijn en heeft niets met Beethoven te maken, maar alles met het alter ego van Schumann. Van het andere, misschien iets minder geslaagde symfonische gedicht Messidor met beelden uit Mendelssohns Midzomernachtsdroom beval het filmmuziek karakter misschien wat minder, maar de kleurige, mooi geconstrueerde Nittemero symfonie is dan weer een hoogtepunt. In La triade keert de componiste nog even terug naar Aesopus.
Aan Hans Keller droeg ze in 1994 de hoogst gevoelige en verlangende elegie Requiescat op. Het eindigt met een sopraan die zachtjes ‘Requiescat in pace’ zingt.
In 1983 schreef ze als een van haar eerste werken de zevendelige suite Favole die is gebaseerd op sprookjes en fabels van Aesopus, Andersen, La Fontaine en Perrault. Fleurige, vrolijke muziek die ook kinderen kan aanspreken als ze bekend zijn met Peter en de wolf en L’histoire de Babar. De Suite grotesque uit 1986 heeft een ironische ondertoon, het scherzo Firelights klinkt briljant, zoals past bij de titel (denk ook aan Stravinsky’s Fireworks).
Het Adagio voor strijkorkest uit 1996 doet zeker niet onder voor dat van Barber. Wedding song, ‘een ode aan de innerlijke en uiterlijke vreugde van de liefde en het huwelijk’ is een romantisch uitstapje.
Redelijk goed als het orkest uit Kiev speelt, vormen de - vooral in Messidor verre van zuiver intonerende blazers en wat dunnetjes klinkende violen - een smetje op het verder mooie eindresultaat. Misschien is het voor de componist zelf wat moeilijk om de toelichtingen op eigen werk te leveren, het resultaat is namelijk vrij nietszeggend. Maar ongeacht deze bezwaartjes: de mees te muziek fascineert op aangename wijze en Brusa is iemand om gehoord te worden.