Bach, J.S.: Partita voor vioolsolo nr. 3 in E BWV. 1006 (bew.); Solocellosuites nr. 1 in G BWV 1007 en 2 in d BWV. 1008 (bew.). Tobie Miller (draailier). Raumklang RK 3405 (56’44”). 2014
De draailier ook wel Drehleier, Hurdy Gurdy en Vielle à roue genaamd, is een instrument dat vooral in de achttiende eeuw in zwang was, hoewel de oervorm als organistrum al uit de tiende eeuw bekend was.
Het gaat om een muziekinstrument waarvan de twee muzieksnaren niet worden gestreken of getokkeld, maar door middel van een houten schijf in trilling worden gebracht. Die schijf wordt in beweging gebracht door te draaien aan een kruk. De vinders van de linkerhand bspelen de toetsen waarvan aan het andere uiteinde een houten tangent is aangebracht dat bij het indrukken van de toets tegen de snaren wordt gedrukt. Het instrument bezit verder nog vier bourdonsnaren voor klankversterking.
De Canadese zangeres en blokfluitiste Tobie Miller toont zich een vaardig instrumentaliste op dit in onbruik geraakte instrument. Eerder werkte ze mee aan de cd’s Heu, fortuno, muziek uit de tijd van Philips de Schone (ATMA ACD 2561) en La belle vielleuse (Ricercar RIC 382).
Bach zal het instrument vast wel gekend hebben, hoewel het vooral in lage kringen van de burgerij populair was en hij er niets voor componeerde, terwijl het in Frankrijk juist in hogere maatschappelijke kringen populair was.
De bewerkingen worden knap en zeer muzikaal door Miller gespeeld en het is de moeite om deze muziek eens in andere gedaante te ondergaan.