Brahms: Ein deutsches Requiem op. 45. Carolyn Sampson (s) en André Morsch (b) met de Cappella Amsterdam en het Orkest van de achttiende eeuw o.l.v. Daniel Reuss. Glossa GCD 921126 (70’26”). 2018
Het Duitse Requiem is Brahms’ omvangrijkste compositie en het werk dat hem internationale faam bracht. Als protestant baseerde Brahms dit werk niet op de Latijnse mis maar op speciaal uitgekozen gedeelten uit de Lutherse bijbel die meer zijn gericht op troost voor de nabestaanden d a n op de onsterfelijkheid van de nabestaanden.
Het Requiem refereert ook aan de traditie van de Duitse sacrale muziek van Bach en Schütz en betekende het begin van van een trend richting persoonlijke requiems.
Ondanks de grootsheid van de fuga’s en de droefgeestige begrafenismars is Ein deutsches Requiem een intiem werk, met name in de walsmuziek van deel 4, ‘Wie selig sind Deine Wohnungen’ en de indringende sopraansolo in ‘Ihr habt nun Traurigkeit’. Die solo werd pas na de première toegevoegd en versterkt het idee dat Brahms het werk componeerde ter nagedachtenis van zijn overleden moeder met wie hij een sterke band had.
De paradoxale aard van intimiteit op grote schaal vormt het hart van veel muziek van Brahms. Zijn kennis van de geschriften was groot. De teksten zijn godsgericht, maar nergens expliciet christelijk en Brahms legde een verzoek om daaraan wat te ‘verbeteren’ rustig naast zich neer. Het universele karakter maakt veel van de waarde van dit Requiem uit.
Te midden van eerdere pogingen tot authentieke weergave van Norrington (Warner 7243- 7546582), Gardiner (SDG 706) en Herreweghe (Harmonia Mundi HMC 80.1608) maakt deze nieuwe Nederlandse productie de beste indruk omdat het werk onder Reuss warmbloedig en rijk klinkt. De tempi zijn ideaal gekozen, het Amsterdamse koor zorgt voor diepgevoelde zang en Carolyn Sampson en André Morsch dwingen bewondering af door het werk mede een visionaire lading mee te geven.