Bowen: Strijkkwartetten nr. 2 in d op. 41 en 3 in G op. 46b; Fantasiekwintet op. 93. Timothy Lines (bkl) met het Archaeus kwartet. Naxos 8.571366 (70’22”). 2001
Voor soloklarinettisten ligt het repertoire voor het oprapen, voor basklarinettisten is dat een stuk moeilijker. Maar het ietwat knorrende en heel sonore timbre van de basklarinet biedt volop ruimte voor klankexperimenten.
Dat moet ook York Bowen (1884 - 1961) hebben gedacht toen hij in 1932 in zijn Phantasy quintet die basklarinet mooi liet dobberen in een warm klankbad van vier strijkers. Een sfeervol kamermuziekwerk waar in dit geval Timothy Lines zijn welsprekendheid en lyrisch talent plus zijn virtuositeit in kwijt kan.
Bowen schreef drie Strijkkwartetten, maar slechts twee daarvan overleefden. Ze zijn best interessant in hun contrasten en melodieusheid, maar leggen het kwalitatief toch af tegen het Kwintet, dat ééndelig is en 14’21” duurt.
De vertolkingen van het uit uit Ann Hooley en Bridget Davey (v), Elizabeth Turnbull (va) en Martin Thomas (vc) bestaande Archaeus kwartet zijn eersteklas. Het maakt nieuwsgierig naar andere opnamen van dit ensemble, zoals van Cyril Scott (Dutton CDLX 7138), Minna Keal, Susan Spain-Dunk (Lorelt LNT 114) en Carlos Salzedo (Dutton CDLX 7113).