Berwald: Pianotrio nr. 1 in Es, 2 in f en 3 in d. Ilona Prunyi (p), András Kiss (v) en Csaba Onczay (vc). Naxos 8.550607 (64’06”). 1989

Berwald: Pianotrio’s in C, Es ‘Fragment’ en 4 in C. Kálmán Dráfi (p), Jozef Modrian (v) en György Kertèsz (vc). Naxos 8.555002 (63’27”). 1991

Van de Zweedse componist Franz Berwald (1796 - 1868) moet men beslist de Symfonie nr. 3, de Sinfonie singulière kennen, liefst van Sixten Ehrling (BIS CD 795/6). Maar daarnaast loont het zeer de moeite om zich ook eens te verdiepen in diens kamermuziek bijvoorbeeld aan de hand van het Septet en het Pianokwartet met het Gaudier ensemble (Hyperion CDA 66834) en de vier+ Pianotrio’s die tussen 1845 en 1855 ontstonden. Berwald was zelf violist, dus hij wist wat hij van dat instrument mocht verlangen, maar hij wist ook voor beide andere instrumenten mooie partijen te schrijven.

Het Pianotrio in C werd pas in 1981 teruggevonden en hoe men aan de fragmenten kwam is onduidelijk. Het gaat steeds op goed gewrochte muziek die even interessant blijkt te zijn als die symfonie. Berwald was zeker een oorspronkelijke geest.

De Hongaarse uitvoerenden zorgen voor vitale uitvoeringen van deze substantiële werken waarin soms humoristische trekjes niet ontbreken. Beide pianisten behandelen hun partijen met grote vaardigheid en veel smaak, de beide strijkers tonen finesse. De opname heeft een goede balans.