CD Recensies

BARTÓK: VIOOLCONCERTEN NR.1 EN 2, TETZLAFF

Bartók: Vioolconcerten nr. 1 Sz. 36, BB. 48a en 2 Sz. 112, BB. 117. Christian Tetzlaff met het Fins omroeporkest o.l.v. Hannu Lintu. Ondine ODE1317-2 (60’41”). 2017

Bartók schreef in 1908 zijn Vioolconcert nr. 1 voor zijn met Othmar Schoeck gedeelte jeugdliefde, de violiste Steffi Geyer (1888-1956) ‘als in een narcotische droom’ meldde hij op ht titelblad. De vier tere beginnoten van de vioolsolo als expressie van onvervuld verlangen noemde hij het ’Steffi motief’ en begint daarmee in laatromantische traditie vol Tristaneske passie, gevolgd door een fugato. Het werk werd nog in gelukkige dagen, hoewel die slechts half-gelukkig waren geschreven hoewel zijn liefde niet werd beantwoord. Het werk werd niet tijdens het leven van de componist gepubliceerd.

Dertig jaar later ontstond Vioolconcert nr. 2 in opdracht van Zoltán Szekelyi die het in 1939 met het Concertgebouworkest onder Mengelberg introduceerde. De vrees voor een ongelukkige balans met het orkest bleek opnieuw ongegrond. Het werk is compositorisch een ware tour de force, bijvoorbeeld door de ingenieuze manier waarmee in de finale al het thematische materiaal uit het begindeel wordt getransformeerd. Later zei de componist dat zijn intense aandacht voor variatievormen waste danken aan zijn minutieuze bestudering van volksmuziek. 

In 1990 maakte de jonge Christian Tetlaff een opname van het Vioolconcert nr. 2 met het Londens filharmonisch orkest o.l.v. Michael Gielen (Virgin 791.483-2). Daarin stelde hij zich serieus en sympathiek geheel ten dienste van de muziek op. De aanpak is daar aan de tere, fijnzinnige kant.

Gerijpt en ervaren brengt hij nu zijn inzichten in beide concerten op een hoger niveau. Misschien heeft hij niet zoals Isabelle Faust, die voor de tot nu toe mooiste opname van dit tweetal concerten zorgde (Harmonia Mundi HMC 90.2146) eerst grondige manuscripten van het eerste concert bestudeerd, maar hij zorgt wel voor een van de mooiste en meest genuanceerde vertolkingen van het werk.

Eenzelfde intelligentie is aan het werk in Vioolconcert nr. 2 dat met een  mooi verbunkos thema begint. Er wordt in Tetzlaffs optreden diep gegraven naar de essentie van het werk. Daardoor wordt een enorme diversiteit aan stemmingen onthuld die op haast schizofrene manier verschuiven van hartstochtelijk en bruut naar nostalgisch en introspectief, terwijl intussen nog elementen van bitterheid, zelfironie, speelsheid en humor worden ingebracht. Steeds valt op hoe goed structuur en inhoud in evenwicht worden gehouden.

We mogen in dezelfde koppeling de ontzettend mooie opnamen van de dames Isabelle Faust, Arabella Steinbacher (Pentatone PTC 5186-350) en Patricia Kopatchinskaya (Naïve V 5285) in het tweede concert niet uit het oog verliezen, maar Tetzlaff dringt, mede dankzij het aandeel van zijn verrassend goede Finse begeleiders door tot een heel hoge, mogelijk zelfs eerste positie.