Berwald: Grand septet in Bes; Schubert: Octet in F op. post. 166, D. 803. Lisa Shklyaver (kl), Lisa Goldberg (fag), Ulrich Hübner (hrn), Jakob Lehmann en László Paulik (v), Bernadette Verhagen (va), Davit Melkonyan (vc) en Beltane Ruiz Molina (cb). Alpha ALPHA 461 (79’48”). 2018
Het loont de moeite om eens een biografie van de Zweedse Franz Berwald (1796 - 1868) te lezen, want eigenlijk was hij maar een part-time componist. Zijn feitelijke belangen lagen meer in de zakenwereld want hij was (mede)eigenaar van een zaagmolen, een orthopedische instelling en een glas fabriek. Zijn driedelige Grand septet, in dezelfde bezetting als dat van Beethoven, is uit 1828 en een van zijn beste en kleurigste werken, Vooral voor de blazers is het heel dankbaar. De klarinet schittert dankzij Lisa Shklyaver bijvoorbeeld erg in de finale. Maar de hele vertolking is erg spiritueel. Dat geldt evenzeer voor het veel bekendere Octet van Schubert.
Maar deze uitgave is toch primair van belang voor Berwald, al bestaan van diens werk wel verschillende vroegere opnamen van o.a. het Nash ensemble (CRD 3344) en het Gaudier ensemble (Hyperion CDD 22053). Ook Janine Jansen voerde het met vrienden uit. Wat Schubert aangaat is de concurrentie veel groter.
Maar hier maken de leden van Anima eterna uit Brugge die weten hoe je met oudere muziek omgaat, gewoon een feest van dit tweetal composities.