CD Recensies

BURGMÜLLER, N.: OUVERTURE DIONYS; SYMFONIE NR. 2; PIANOCONCERT

Burgmüller, N.: Ouverture Dionys op. 5; Symfonie nr. 2 in D op. 11; Pianoconcert in fis op. 1. Leonard Hokanson met het Wuppertal symfonie orkest o.l.v. Gernot Schmalfuß. MDG MDG 335-0817-2 (77’42”). 1997

Burgmüller, N.: Symfonie nr. 2 in D op. 11; Schumann: Pianoconcert in a op. 54. Alexander Lonquich met het Colibri ensemble. Odradek ODRCD 355 (63’05”). 2017

Het is wel eens aardig wat aandacht te schenken aan de jong, op 26-jarige leeftijd, gestorven Duitse componist Norbert Burgmüller (1810 - 1836) bevriend was met Schumann. De hier besproken werken tonen zijn grote potentiaal, maar ook zijn tekortkomingen. Vooral de Ouverture en het Pianoconcert bezitten heel geïnspireerde momenten.

Dat Pianoconcert staat in de ongebruikelijke toonaard fis-klein, bevat een uitgebreide cellosolo in het langzame deel, een larhetto en verzuimt in majeur over te gaan in het stormachtige slotcoda. Aan het begin tempert de piano de grootse Sturm und Drang uitbarsting van het orkest, Dat lijkt vooruitlopen op Brahms’ Pianoconcert nr. 1. Verder ademt het werk eerder de geest van Schubert dan die van Beethoven. Leonard Hokanson toont zich een goede solist. Over de Symfonie aanstonds nader.

De wat wondere combinatie van werken op de tweede cd laat zich verklaren uit het feit dat de jonggestorven Norbert Burgmüller bevriend was met Schumann en niet alleen dat, want Schumann orkestreerde het Scherzo uit  die Symfonie na Burgmüllers dood. Hij overwoog ook om de finale te voltooien, maar zag daar tenslotte van af. Vaag roept de Symfonie herinneringen op aan Beethovens Pastorale en opnieuw aan Schubert.

Het orkest uit Wuppertal zorgt voor behoorlijke, maar zeker niet uitzonderlijk goede vertolkingen, het in Pescara gevestigde Colibri ensemble telt op de foto gezien 41 leden en levert zeer geanimeerd spel in beide werken. Jammer alleen dat de trage Alexander Lonquich zo weinig meer dan een routineuze vertolking van het Schumannconcert geeft.

Misschien loont het de moeite om wat Burgmüller betreft eerst eens te luisteren naar diens Symfonieën nr. 1 en 2 door de op oude instrumenten spelende Hofkapelle Stuttgart onder Frieder Bernius (Carus 83.226) uit 2007.