CD Recensies

BERLIOZ: ENFANCE DU CHRIST, L'. A. DAVIS

Berlioz: Enfance du Christ, L’ op. 25. Sasha Cooke (ms, Sainte Marie), Roderick Williams (b., Saint Joseph), Matthew Brook (bs., Hérode, un Maître de maison), Shane Lowrencev (bs.), Andrew Goodwin (t., Un centurion), Andrew Staples (t., Un Récitant) met het Melbourne symfonie orkest en -koor o.l.v. Andrew Davis. Chandos CHSA 5228 (2 cd’s, 1u. 29’52”). 2018 

Het oratorium L’enfance du Christ van Berlioz uit 1854, waarin het een paar jaar eerdere La fuite en Egypte is verwerkt, vormt een buitenbeentje is het oeuvre van deze componist. Waar vrijwel al zijn composities de nodige dramatische en spectaculaire momenten bevatten, is dit een intiem werk. Verrassend is ook dat Berlioz, eigenlijk nogal een agnost, zich aan zo’n religieus werk wijdde.  Wat een contrast met de Grande messe.

De stijl is vrij archaïsch.

Berlioz presenteert het verhaal van de jonge Christus als een legendarisch verhaal en niet als een verheffende religieuze ervaring. Het werk heeft drie delen. Het eerste concentreert zich op Christus’ geboorte en de hachelijke situatie van koning Herodes. Het tweede is een pastoraal tussenspel, waarin de heilige familie naar Egypte vlucht onder de begeleiding van heel mooie vreedzame muziek en in deel drie wordt de gastvrije ontvangst in Egypte beschreven, een episode vol klankschilderingen met een sereen slot van het koor. 

Andrew Davis voerde dit oratorium in Melbourne uit met een opvallend groot koor, terwijl anderen als Colin Davis (Philips 416.871-2), Robin Ticciati (Linn CKD 440), en Philippe Herreweghe (Harmonia Mundi HMC 90.1632/3) zich verstandig matigden.

Of het verstandig was niet Franstalige solisten te gebruiken, is een vraag die ieder voor zich moet beantwoorden. De Amerikaanse mezzo Sasha Cooke heeft een mooi, warme stem blijkt meteen in ‘O mon cher fils’. Ze is een goede duetpartner van de Jozef van Roderick Williams die zijn rol mooi karakteriseert.

Matthew Brook weet de gewetensproblemen van Herodes goed over te brengen, maar hij slaagt er ook in om in deel 3 een geloofwaardige familievader te zijn. Andrew Staples is een lichte, soms wat scherpe récitant .

In het mooi begeleidende Australische orkest onderscheiden de drie fluiten en de harp zich in hun mooie trio. Ook de epiloog slaagde naar behoren en de opname heeft de bekende heel goede Chandos kwaliteiten.

Op zichzelf een geslaagde onderneming, maar toch blijf ik uiteindelijk liever Herreweghe met Gens, Afgnew, Naouri, Lallouette, Catton, Collegium vocale en het Champs Élysées orkest met oude instrumenten trouw.