Bruckner: Pianowerken. Lancer Quadrilles nr. 1-4 WAB 120; Steiermärker WAB 122; Pianostuk in Es WAB. 119; Sonatensatz in g WAB 243; Tema e variazioni in G; Andantes in d en Es WAB. 211; Marcia in d WAB. 213; Due studi; Quattro fantasie WAB. 118; Mazurka in a WAB. 218; Stille Betrachting an einem Herbstabend; Fantasie in G WAB. 123; Erinnerung WAB. 117; Walsen in C en Es WAB. 224; Polka in C; Menuetten in G en C WAB. 219/220; Esercizio in C; Duo in a WAB. 213; Tema in F; Periodi musicali nr. 1 en 2; Mars in C WAB. 217. Francesco Pasqualotto. Brilliant Classics 95610 (63’25”). 2018
Als componist van een stuk of vijftig pianowerken zal Anton Bruckner de meeste muziekliefhebbers op de ware aficionados na onbekend zijn. Deze pianowerken - de meeste gewoon tweehandig, een paar vierhandig - ontstonden meest aan het begin van zijn carrière tussen 1850 en 1862, met laatste nog eentje in 1868. Niet alleen studiemateriaal, maar ook stukken die vooruitlopen oplatere composities.
Er bevinden zich zelfs een paar dansen onder. Die vertonen een lichte overeenkomst met de trio’s uit de Scherzi der symfonieën met hun haast Schubertiaanse wendingen. Een nadere kennismaking verloopt zeker niet onaangenaam.
Maar misschien is het nuttig om eerst even te kwantificeren waar het precies om gaat, zoals dat is samengevat in de Gesamtausgabe XII/2:
14 Schetsen uit Kitzlers Studienbüchlein
Erinnerung WAB 117
Fantasie WAB 118Lancer Quadrilles nr. 1-4 WAB 120
Steiermärker WAB. 122
Klavierstück in Es WAB. 119
Stille Betrachtung an einem Herbstabend WAB 123
Andantes nr. 1 en 2 WAB. 211
Chromatische etude WAB. 212
Duo WAB 213
Etude in G WAB. 214
Fantasieën nr. 1-4 WAB 215
Pianostukken nr. 1-5 WAB 216
Marsen nr. 1-3 WAB. 217
Mazurka WAB 218
Menuet WAB 219
Menuet en trio WAB 220
Polka’s nr. 1-4 WAB. 221
Rondo’s nr. 1-7 WAB 222
Variaties over een thema nr. 1-5 WAB. 223
Walzer nr. 1 en 2 WAB. 224
Galop WAB 239
Sonate ontwerpen nr. 1-5 WAB.242
Sonatensatz WAB 243
Naamloze etude
Muzikale periodes nr. 1 en 2
Thema
Grootse, interessante ontdekkingen vallen hier niet te doen, dus stel de verwachtingen niet te hoog, maar ze vertonen de wortels van wortels van Bruckners muzikale ontwikkeling.
Uit die opsomming blijkt wel dat Pasqualotto lang niet zo volledig is als trots wordt beweerd en ook de hammerklavierspelers Wolfgang Brunner en MichaelmSchopper (CPO 999.256-2), maar ook de fortepianiste Ana Marija Markovina (Hännsler HC 17054) zijn niet alleen vollediger, ze zijn ook authentieker dan de Italiaan die het Bruckner idioom minder in zijn genen heeft. Zelf hield ik het op Markovina.