Baal: Mis in A; Opus primum: Motetten Quiescat vox tua a ploratu; Bone Jesu, verbum Patris; Vioolsonate in A; Motetten Me miserum; Lucifer, coelestis olim. Johanna Koslowsky (s), David Cordier (altus), Wilfried Jochens (t), Stephan Schreckenberger (bs) met Mensa Sonora, Freiburg o.l.v. Gerhard Weinzierl. Ambitus AMB 97899 (56’48”). 1990

Over de herkomst en de muziekopleiding van de in Karlstadt geboren Johann Baal (1657 - 1701) is niet zoveel bekend. Voor het eerst is de aandacht op hem gevestigd wanneer hij als twintigjarige wordt benoemd als organist en componist aan het vorstbisschoppelijk hof in Bamberg. In 1658 verliet hij deze positie om als pater Marianus in te treden als Benedictijner monnik in het klooster Münsterschwarzach.

Daarom kon zijn muziek niet worden gepubliceerd. Gelukkig is van de Missa in A een handgeschreven kopie bewaard gebleven. Die kopie as gemaakt door J.S. Bach (Kyrie)en Johann Gottfried Walther (Gloria, Credo, Sanctus, Agnus Dei).

Deze Mis is geschreven voor de vier gangbare vocale solisten, twee violen, twee altviolen en fagot die dezelfde motieven als de zangers spelen en zo ook de tekstfragmenten voorbereiden. Dikwijls gebruikt de componist ook kleine combinaties van stem en begeleiding en wisselt hij twee- en driedelige maatsoorten af voor een betere tekstinterpretatie.

In de Solomotetten gaat het om virtuoze gewijde dichterlijke teksten voor solostem en b.c. in de geest van Schütz’ Geistliche Konzerte. Wat de componist nog meer heeft geschreven, weten we nauwelijks.

Gelukkig is deze enige opname van zijn werken een meer dan adequaat goede.