Beethoven: Symfonieën nr. 1-9. Camilla Nylund (s), Gerhild Romberger (a), Klaus Florian Vogt (t), Georg Zeppenfeld (bs) met de Wiener Singverein en het Weens filharmonisch orkest o.l.v. Andris Nelsons. DG 481.7071 (5 cd’s, blue-ray dvd, 5 u., 55’42”). 2017-2019
In het seizoen 2013/4 oogstte Andris Nelsons veel lof met zijn Beethovencyclus met het Birmingham symfonie orkest en hij leek de aangewezen figuur voor een nieuwe Beethovencyclus voor DG. Daarvoor ging hij naar Wenen om te zorgen voor DG’s derde belangrijke reeks na Karajan in 1962 (DG 429.036-2) en Abbado in 2000 (DG 469.000-2).
Zoals alle beroemde orkesten kennen en beheersen de Weners hun Beethoven volledig en van alle kanten en ook de dirigent kon zijn opvatting intussen aanscherpen.
Er is daarom niets ouderwets of routineus aan deze lenige vertolkingen met veel dansende ritmen, hun transparante klank en hun perfect gearticuleerde frasering. Dit is een Beethoven die enerzijds terugblikt op Haydn en Mozart en anderzijds hemelbestormend vooruitkijkt op de romantiek die aanstaande is. De geestige esprit en de fijnzinnigheid van de even genummerde werken vormen hier misschien de mooiste momenten. Denk aan de vederlichte behandeling van het eerste deel van nr. 8. Daar staat tegenover dat de treurmars uit de Eroica voldoende emotie meekrijgt. Aan nr. 6 is niets gekunstelds
Nelsons weet het Weense orkest te vitaliseren en hij beschikt in de dramatisch uitgevoerde nr. 9 en beschikt daarin over een goed, homogeen stel solisten. Hij sleept de luisteraar mee, stimuleert tot grondig luisteren en bevredigd daarmee de belangrijkste behoefte. Hij is goed thuis in zowel de gevoelig intieme als in de meer heroïsche momenten.
Wie voor de aanschaf van een Beethovencyclus staat, vindt ook in Nelsons een betrouwbare gids.