Britten: Symfonie voor cello en orkest op. 68; Solocellosuite nr. 1 op. 72. Pieter Wispelwey met het Symfonie orkest van Vlaanderen o.l.v. Seikyo Kim. Onyx ONYX 4058 (63’37”). 2010
De band tussen Benjamin Britten en Dmitri Shostakovitch was innig. Ze waren al vroeg op de hoogte van elkaars muziek, maar de twee ontmoetten elkaar pas toen de Sovjet Unie onder Chroetsjov de deuren van zijn land iets verder openzette.
Toen het Celloconcert nr. 1 van Shostakovitch uit 1959 zijn Londense première beleefde, kregen ze eindelijk de gelegenheid om elkaar de hand te schudden. In dit werk klinkt iets van de pijn van W.O. II na en de zoektocht naar verzoening.
Als vrucht van hun samenzijn schreef Britten in 1963 zijn Symfonie voor cello en orkest, aangemoedigd door zijn vriend die daarover opmerkte: ’Schrijf wat je maar wilt voor de cello alles wat je hart je ingeeft en ongeacht hoe lastig dat is’. Het wat raadselachtige quasi-concert heeft een mooie epische kwaliteit.
In deze verklanking vergeet Seikyo Kim niet dat het in de eerste plaats om een Symfonie gaat en Pieter Wispelwey begrijp ook heel goed dat hij met zijn vooral fijnzinnige bijdragen niet voortdurend in het middelpunt van de belangstelling staat met zijn wat introspectieve aanpak van de solopartij.
De muziek is vrij stoer en puntig en past ideaal bij de man voor wie deze is geschreven en die deze meteen in 1963 opnam (Decca 425.100-2).