Balbastre: Pièces de clavecin, boek 1 nr. 1-17; Vioolsonate nr. 1 in G. Christophe Rousset (kl) en Gilone Gaubert-Jacques (v). Aparté AP 163 (76’25”). 2017
De klavecimbelwerken van Claude-Bénigne Balbstre (1727 - 1799), een laatkomer in de Franse barokwereld die vooral bekend werd met zijn Noëls voor orgel, klinken even minzaam als zijn tweede voornaam. In de Pièces de clavecin uit 1795 gaat het om karakterstukken. Boek 1 is opgedragen aan zijn leerling Mad. De la Caze en haar ‘portret’ opent de reeks. De hele reeks is aan adellijken gewijd en de muziek voor hen bereikt een grote verscheidenheid die waarschijnlijk meer indruk maakte op tijdgenoten dan nu op de huidige luisteraar die geen idee heeft om wie het gaat bij La d’Héricourt, La Bellaud, La Mllesherbe, La Morisseau en al die anderen (allemaal vrouwen).
In het driedelige Pièce de clavecin en sonate avec accompagnement de violon uit 1749 blijkt de ondergeschikte rol van het strijkinstrument.
Na de Franse revolutie fungeerde Balbastre nog een poosje als saloncomponist en trachtte hij in het gevlei te komen bij het nieuwe regiem met een reeks variaties over de Marseillaise en Ça ira maar hij eindigde zijn leven in armoede.
Het is goed dat Christophe Rousset zijn licht over deze muziek laat schijnen want deze komt gaver uit de verf dan bij Korneel Bernolet (Aliud ACD BE 066-2), Ursula Dütschler (Claves 50-9206) en Elizabeth Farr (Naxos 8.572.034/5).