CD Recensies

BEETHOVEN: CANONS, EPIGRAMMEN, GRAPPEN; IERSE LIEDEREN

Beethoven: Canons, Epigrammen en grappen. ‘Lob auf dem Dicken’ (Schuppanzifg ist ein Lump) WoO. 100; ‘Esel aller Esel’ H. 277; ‘Graf, Graf, liebster Graf’ W.O.101; ‘Herr Graf, ich komme zu fragen’ H. 276; ‘Bester Herr Graf, Sie sind ein Schaf’ WoO. 183; ‘Es muß sein’ WoO. 196’; Canon in G H. 274; ‘Das ist das Werk’ WoO. 197; ‘Glaube und hoffe’ WoO. 174; ‘Hoffmann, sei ja kein Hofmann’ WoO. 180; Anglaise in D H. 61; Gesang der Mönche ‘Rasch tritt der Tod’ WoO. 104; ‘Ich war hier, Doktor’ WoO. 190; ’Signor Abate’ WoO. 178;’Kurz ist der Schmerz’ WoO. 163; ‘Hol’ euch der Teufel! B’hut euch Gott’ WoO. 173’;’Gott ist ein feste Burg’ WoO. 188; Canons 1 en 2 WoO. 175; ’Tugend ist kein leerer Name’ WoO. 181’3; ‘Edel sei der Mensch, hülfreich und gut’ WoO. 186; ‘Bester Magistrat, ihr friert’ WoO. 177; ‘Kühl, nicht lau’ WoO. 191; ‘Wir allen allesamt’ WoO. 198; ’Schwenke dich ohne Schwänke’ WoO. 187; ‘Brauchle, Linke’ WoO. 167; ‘O Tobias’ WoO. 182; ‘Gedenket heute an Baden’ WoO. 181/1; ‘Seiner kaiserlichen Hoheit’ WoO. 179; ‘Glück fehl dir von allem’ WoO. 171; ‘Gehabt euch wohl’ WoO/ 181/2; ‘Freu dich des Lebens’ WoO. 195; ‘Glück zum neuen Jahr’ WoO. 165; Canon in As H. 275; ‘Im Arm der Liebe ruht sich’s wohl’ WoO. 159’ ‘Ich küsse Sie’ WoO 169; ‘Languisco e moro’ H. 229; ‘Te solo adoro’ WoO. 186; ‘Ewig dein’ WoO. 161; ‘Freundschaft ist der Quell wahrer Glückseligkeit’ WoO. 164; Canon in C WoO. 160/2; ’Ta ta ta, lieber Mälzel’ WoO. 162; ‘Ich bitt’ dich, schreib’ mir die Es-Scala auf’ WoO. 172; ‘Ars longa, vita brevis’ WoO. 192; Canon WoO. 160/1; ‘Das Schweigen, lerne schweigen, o Freund’WoO. 168/1; ‘Rede, wenn’s um einen Freund dir gilt’ WoO. 168/2; ‘Falstafferei’ WoO. 184; Duet voor 2 violen in A WoO. 34; ’Die Stunde schlägt’ WoO. 102; Ierse liederen nr. 1-25 WoO.152; Ierse liederen nr. 1-20 WoO. 153. Berliner Singakademie en de Berliner Solisten, het Brahms trio, Renate Krahmer (s), Ingeborg Springer (ms), Eberhard Büchner (t), Armin Uhde (t), Siegfried Lorenz (b). Brilliant Classics 93525/79 (72’56”). 1977/9

Het Beethoven gedenkjaar 2020 leent zich ideaal om eens niet alleen weer naar alle bekende werken te luisteren, maar ook eens naar de niemandalletjes die zijn opgesomd in de WoO. en Hess compositielijst. Te horen krijgt men ze zelden in de muziekpraktijk, maar hier zijn de 72 Canons, Epigrammen en grappen keurig bijeengebracht. Werkjes die bij allerlei gelegenheden als vlotte invallen werden bedacht, soms feestelijk, soms als herinnering en ook wel spottend. Het was nooit de bedoeling dat ze zouden worden gepubliceerd, maar gelukkig werden ze in Beethovens paperassen teruggevonden. 

‘Freu dich des Lebens’ WoO. 195 werd 16 december 1825 geschreven voor de Duitse musicus Theodor Moll die toen Beethoven bezocht en om een aandenken vroeg. Het verscheen in 1888 in druk bij Breitkopf & Härtel, een toevalsgeluk dat de andere werkjes niet deelachtig was.

Dat violist Shuppanzigh, de zich beklaagde over een volgens hem onspeelbare vioolpartij in een der late Strijkkwartetten en te horen kreeg: “Dacht je dat ik met die ellendige viool van jou rekening houd bij het componeren’ ook  werd bespot in

‘Lob auf dem Dicken’ (Schuppanzifg ist ein Lump) is daarvan een logisch vervolg. Verder waren er veel cadeautjes voor vrienden bij. In die tijd waren ‘puzzelcanons’, meest van vocale aard voor 1-3 stemmen in zwang.

De veertig, goed betaalde Ierse liederen vormen een welkome aanvulling. De betrokken Berlijners doen er hun best voor om dit een aardig, spiritueel muzikaal feestje te maken.