Beethoven: Kantate auf den Tod Kaiser Joseph II WoO. 87; Kantate auf die Erhebung Leopold II. Reetta Jaavisto (s), Juha Kotilainen (bs) c.q. Johanna Lehesvuori (s), Tuomas Katajala (t) en Niklas Spångberg (bs) en het Key ensemble met het Cathedrales Aboensis koor en het Turku filharmonisch orkest o.l.v. Leif Segerstam. Naxos 8.574077 (72’37”). 2018
Bekend is de illustratie van de ontmoeting tussen Beethoven en Goethe in juli 1812 in het Boheemse kuuroord Teplitz waar Goethe eerbiedig zijn hoed afneemt voor het passerend keizerlijk gezelschap en Beethoven dat met zijn hoed op de rug toekeert.
Maar als negentienjarig lid van de hofkapel in Bonn werd hem gevraagd om ten tide van keizer Joseph II twee Cantates te componeren. Hij koos teksten van de monnik Severin Anton Averdonk voor het de eerste, zevendelige, bijna drie kwartier lange plechtige Cantate waarin de weldaden van de keizer worden geroemd. Toch schijnt het werk daarna nooit meer te zijn uitgevoerd tijdens Beethovens leven. Met twee aria’s valt de zwaarste last op de sonore bas van Juha Kotilainen.
In de tweede Cantate heet Beethoven de opvolger van Joseph naar het lijkt niet al te enthousiast welkom. Die sfeer verandert pas wanneer Johanna Lehesvuori haar mooie aria zingt en daarna tenor en bas ook hun enthousiasme betuigen en het werk wordt afgerond met een triomfantelijk slotkoor.
In het verleden zijn al een paar opnamen van deze werken besproken, maar deze nieuwe versie met heel goede vertolkingen lijkt daarvan voorlopig de aantrekkelijkste, vooral dankzij de inbreng van de zware bas van Niklas Spångberg.