Beethoven: Symfonie nr. 7 in A op. 92; Tripelconcert in C op. 56. Anne-Sophie Mutter (v), Yo-Yo Ma (vc) en Daniel Barenboim (p) met het West-Eastern divan orchestra o.l.v. Daniel Barenboim. DG 483.824-2 (83’51”). 2019
Met deze opname worden twee gebeurtenissen tegelijk herdacht: de tweehonderdvijftigsteste verjaardag van Beethoven en het twintigjarig bestaan van het West-Eastern divan orchestra. De combinatie van een pianotrio en een orkest door Beethoven is uniek en weinig nagevolgd. Lang was deze compositie ook het lelijke eendje onder de concerten van Beethoven. Bekritiseerd om ht lange eerste deel en de boerse finale. Ook werd wat weinig gedaan met het concertante ideaal, waarin een solistische heerser het tegen het orkest opnam.
Maar een eeuw of wat terug was er het Concerto grosso en feitelijk blies Beethoven die vorm met een concertino en een ripieno nieuw leven in en moderniseerde het.
Wat de solisten en de dirigent van deze uitgave betreft, heeft Beethovens Tripelconcert uit 1804 aanleiding gegeven tot een stoelendans. Allen waren al betrokken bij eerdere opnamen. Anne-Sophie Mutter nam het werk al op met Mark Zeltser, Yo-Yo Ma en Karajan (DG 415.276-2), Yo-Yo Ma met Anne-Sophie Mutter, Mark Zeltser en Karajan (DG 415.276-2) en met Daniel Barenboim en Itzak Perlman (EMI dvd. 491.473-9).
Of Aartshertog Rudolf de pianopartij van het mede voor hem bestemde maar aan prins Joseph Franz von Lobkowitz opgedragen werk ooit heeft gespeeld? Het concert is vol mooie vondsten en de prachtige cellomelodie uit het langzame deel is een glanspunt.
Ook in deze nieuwe opname is door de lange ervaring van solisten en dirigent in dit erfgoed in hoogst bekwame handen. Het eerste deel bezit enige grandeur, het largo is een hoogtepunt dankzij een gedeeld gevoel van speelplezier en de finale bruist van leven. Veel herinnert aan de prachtvertolking van Richter, Oistrakh, Rostropovich en Karajan (Warner 7243-566.954-2).
Zo indringend en overrompelend als bij Carlos Kleiber (DG 447.4002) met het Weens filharmonisch is Barenboims Symfonie nr. 7 niet, maar dat dit werk hier in een opwindende synthese van traditie en vernieuwing zo goed klinkt, is zeker een verdienste.
Een verder pluspunt van het geheel is dat dit tweetal werken samen met een speelduur van bijna 84 minuten zonder enige concessie aan de geluidskwaliteit is uitgebracht.