Bach, J.S.: Wohltemperiertes Klavier I BWV. 846/869. Trevor Pinnock. DG 483.8436 (2 cd’s, 1u. 57’32”). 2019
Het heeft lang geduurd, maar het moest er natuurlijk wel eens van komen dat Trevor Pinnock (1946) een keer Bachs Wohltemperiertes Klavier ging opnemen.
Tot nu toe maakte hij met zijn ensemble The English Concert vooral opnamen van Bachs orkestwerken en een slechts een paar van kamermuziek (de Vioolsonates met Rachel Podger op Channel Classics CCS 14798 en de Fluitsonates met Emmanuel Pahud op EMI 217.443-2)). Als solist had hij tot nu toe alleen de Goldbergvariaties (Archiv 415.130-2) en een Franse suite op zijn naam.
Maar het Wohltemperiertes Klavier begeleidt hem logisch al zijn leven lang. ‘Ik maakte er als twaalfjarige voor het eerst kennis mee, hoorde alle preludes en fuga’s op de piano gespeeld door de radio en ik wist toen al dat ik ze zelf alle zou gaan spelen. Maar die Mount Everest was lastig te bestijgen en hoe kon ik dat alles bevatten om het goed uit te voeren?’
En hij speelt het werk nu, geschraagd door zoveel ervaring, heel mooi. Vrij bedachtzaam en lucide overziet hij deze stukken en de haast onmetelijke manieren waarop Bach de Preludes varieerde om vorm te geven aan typisch achttiende eeuwse muzikale vormen van dansen tot études, van aria’s tot improvisaties. Pinnock geeft ze alle levendig en individueel weer, net zoals iedere fuga zich met muzikale autoriteit en een duidelijk gevoel voor richting ontwikkelt.
Voor de uitvoering koos Pinnock een mooiklinkende kopie van een Henri Hemsch instrument in de lage stemming. Hiermee komt hij in de buurt van een paar van mijn andere favorieten voor deze compositie: Gustav Leonhardt (Duitse Harmonia Mundi GD 77011) en Christophe Rousset (Aparté AP 120).