Bruch: Symfonieën nr. 1 in Es op. 28, 2 in f op. 36 en 3 in E op. 51; ‘Voorspel’, ’Treurmars’, ‘Entr’acte’ uit Hermione op. 40; Ouverture Die Loreley op. 16; Voorspel Odysseus op. 41. Bambergs symfonie orkest o.l.v. Robert Trevino. CPO 555.252-2 (2 cd’s, 2u., 29’04”). 2019
De drie Symfonieën die Max Bruck tussen 1868 en 1887 componeerde zijn allerminst verwaarloosde meesterwerken met hun wat terughoudende melodische stijl, hun nogal formele stijfheid en hun dichte orkestratie. Ze hebben behoefte aan een zorgzame, liefdevolle uitvoering om hun romantische charme te tonen, zoals bijvoorbeeld in het eerste deel van nr. 3.
Wie naar deze werken wilde luisteren, kon reeds beschikken over opnamen van het Gewandhausorkest o.l.v. Kurt Masur (Philips 429.932-2) uit de jaren ’80 van, van Michael Halász in nr. 1 en 2 (Naxos 8.570994) en Manfred Honeck un nr. 3 (Naxos 8.555985) en van James Conlon met het Keulse Gürzenichorkest (EMI 555.046-2) uit 1994.
Van dat stel beviel Conlon het beste omdat hij de muziek niet als Masur nogal zwaar aanzette en de melodiek meer aandacht schonk. En nu komt dan Robert Trevino die meteen een goede daad verricht door het Intermezzo uit de Symfonie nr. 1 in ere te herstellen en er zo een vijfdelig werk van te maken. De dirigent gunt zich de aandacht en de tijd om de symfonieën goed uit te werken en hun kleurige schoonheid aan te tonen.
Aardige extra’s zijn de onbekende orkestrale oper en oratoriumfragmenten als nuttige toevoegingen. Een paar jaar eerder nam CPO de complete Loreley in München op met Stefan Blunier (CPO 777.005-2, 3 cd’s).
Wat onverwacht zorgen het Bambergse orkest en Robert Trevino thans voor de meest consistente en dus aanbevelenswaardigste opname van Bruchs symfonie trio plus.