Beethoven: Klarinettrio’s in Bes op. 11 ‘Gassenhauer’ en in Es op 38 (bew. Beethoven); Bagatellen op. 119 nr. 1-11 (bew. Schöllhorn). Kilian Herold (kl), Peter-Philipp Stämmler (kl) en Hansjacob Stämmler (p). AVI 855.3479 (74’51”). 2019 

Feitelijk schreef Beethoven maar één Klarinerttrio, dat is het Gassenhauer trio uit 1797, maar om voor meer van zulk repertoire te zorgen, bewerkte hij het Septet uit 1799 tot het Klarinettrio op. 38 en om bij Beethoven te blijven, zorgde Johannes Schöllhorn voor een bewerking van de elf Bagatellen uit 1821. Het geheel wordt hier aangeboden onder de titel ‘Composing Beethoven’.

Het Trio op. 11 werd geschreven voor een toen nog ongebruikelijke combinatie van instrumenten, maar kon met kleine aanpassingen ook worden uitgevoerd door een conventioneel. pianotrio met viool, cello en piano, of zelfs een fagot. Behalve aan het eind van het eerste deel verdwijnt de klarinet nergens onder het bereik van een viool.

Het trio is wel omschreven als ‘een werk van elegante ontspanning’, maar toen het eindelijk werd gepubliceerd vnd een criticus van de Allgemeine musikalische Zeitung het ‘moeilijk’ en verweet Beethoven dat hij ‘onnatuurlijk componeerde’.

Gelukkig denken we daar tegenwoordig anders over en kunnen we ten volle genieten van deze echte en ’nagecomponeerde’ Beethoven in uitstekende verklankingen van dit spontaan spelende Duitse trio. Andere klarinettrio’s kunnen er hun voordeel mee doen.