Linda Brava Lampenius: Salut d’amour. Elgar: ‘Salut d’amour’ op. 12 (bew.); Fauré: ‘Berceuse’ in F op. 16; Sibelius: ‘Rondino’ op. 81/2, ‘Humoreske’ in d op. 87/1, ‘Romance’ uit Stukken voor viool en piano op. 78; Gounod/Bach: ‘Ave Maria’ bew.; Grieg: Vioolsonate nr. 3 in c op. 45; Paganini: ‘Cantabile’ in D op. 17 MS. 109; Massenet: ‘Méditation’ uit Thaïs (bew.); Kreisler: ‘Marche miniature viennoise’. Met John Lenehan. EMI 556.922-2 (57’27”). 1999
De Fins-Zweedse violiste Linda Brave (geboren Lampenius) viel destijds niet alleen met haar violistische werk op klassiek gebied, o.a. als lid van het Sibelius Academie symfonie orkest, maar ook door haar activiteiten als model. Ze is ook anderssoortige muziek gaan spelen: techno, pop, metal en rock met een elektrische viool.
Maar invloeden daarvan zijn niet te horen in dit ‘lollipops’ programma met als enige grote, substantiële werk de Vioolsonate van Grieg die ze met een soort noordelijke passie speelt en waarin ze de folkloristische momenten uit de finale alle aandacht geeft. Ze werkt het programma lichtvoetig en bekoorlijk af, gelukkig zonder een moment zoetelijk of sentimenteel te worden. Haar toon is wat bescheiden, maar klinkt wel mooi gepolijst en gevoelig. In John Lenehan heeft ze een ideale partner gevonden. Hoogtepunten uit dit recital zijn de Berceuse van Fauré en de Méditation van Massenet. Hoe charmant wil je het allemaal hebben?