Bruckner: Ouverture in g WAB. 98 (bew. Innig); Koraalvoorspel nr. 51; Symfonie nr. 0 in d WAB. 100 (bew. Horn); Maintz: Kyrie XI - Bruckner-Fenster 1. Hansjörg Albrecht. Oehms OC 476 (62’30”). 2020

 

Hoewel hij in 1869 ontstond tussen de Symfonieën nr. 1 uit 1866 en nr. 2 uit 1872 en dus eigenlijk Symfonie nr 1a of zoiets had moeten heten, kreeg deze symfonie het nummer 0 nadat de de componist in 1895 het werk van de opmerking ‘gilt nicht’ had voorzien. Het duurde daarom ook tot 1924 voordat het werk werd gepubliceerd en voor het eerst werd uitgevoerd. In 1968 verscheen de kritische uitgave van Leopold Nowak.

Omdat Bruckner componist en organist in één was, ligt het voor de hand dat ij zijn symfonische werken niet aan de vleugel, maar aan et orgel concipieerde. Vandaar is een soort terugvertaling naar het orgel niet zo’n vreemde en speculatieve gedachte. Dat is ook het idee van Hansjörg  Albrecht de in de komende tijd alle Symfonieën van Bruckner in orgeltranscripties gaat opnemen en logisch begint bij nr. 0. Hij doet dat zeer terecht op Bruckners eigen orgel in de Stiftskirche Sankt Florian in Linz. Elke opname zal worden voorzien van een nieuw werk waarin wordt gerefereerd aan Bruckner. In dit geval betreft dat een orgelwerk van Philipp Maintz (1977).

Deze reeks opnamen vormt een mooie aanloop naar het Brucknerjaar 2024 waarin op 4 september zijn tweehonderdste verjaardag zal worden gevierd. De serie begint met een veelbelovende vliegende start die het hart van veel Brucknerliefhebbers warmer zal doen kloppen.