Bridge: Pianosonate H. 160; Miniatuur pastorales H. 127; Lament H. 117 and solitude H. 112. Kevin Grout. Et’certa KTC 1675 (53’ ). 2020
Bridge: A fairy tale; The hour glass; Miniature pastorals 1; Lyrics nr. 1-3; Pianostukken nr. 1-3; In autumn; Poems nr. 1-3. Ashley Wass. Naxos 8.557842 (70’06”). 2005
De sleutel tot een beter begrip van de werken van Brittens leraar Frank Bridge (1879 - 1941) kunnen we misschien vinden in het feit dat hij een hiaat in de Engelse muziek tussen beide Wereldoorlogen moest vullen. Hij schreef toegankelijke muziek, liet zich weinig beïnvloeden door allerlei ‘ismen’ en bleef binnen de door Berg en Bartók bepaalde grenzen en minder door Britse voorbeelden. In zijn latere werken hing hij pas wat experimenteren met muziek uit de ‘twaalftonerij’, maar helemaal begaf hij zich daar nooit in.
Zijn enige Pianosonate is een werk uit het begin van de jaren twintig v.e. en een van zijn belangrijkste werken, gekenmerkt door een stilistische waterscheiding in zijn ontwikkelingsgang. Hier spreekt een eigen, persoonlijkheid oorspronkelijke persoonlijkheid, hoewel hij dank verschuldigd is aan de Pianosonate van Berg en mogelijk ook aan Hindemith. Het hoofdthema is verwant met dat van Bergs opus 1. Het niveau van de dissonanten en de chromatiek is nogal hoog en misschien klinkt er iets in door van de ondergane ellende uit W.O.1.
De kortere werken zijn meest miniaturen óf in de Britse pastorale sfeer of vrij salonmatig met iets van Debussy’s kleurigheid.
Kevin Grout geeft daar in een nogal kort programma een goede indruk van, maar het is Ashley Wass, die de complete Pianowerken van Bridge opnam en een duidelijker beeld van de componist geeft. Met als hoogtepunt de Pianosonate als belangrijkste bijdrage: een wat ongemakkelijke uiting van nauwelijks onderdrukte toorn. Misschien is het wel de belangrijkste Britse Pianosonate uit de twintigste eeuw. Belangrijker in elk geval als die van Ireland en Bax bijvoorbeeld.