Bach, C.P.E.: Pianoconcerten in D Wq. 11 H. 414, c Wq. 43/4, H. 474, e Wq. 24, H. 428. Michael Rische met de Berlijnse Baroksolisten. Hänssler HC 18041 (57’07”). 

 

Bach, C.P.E.: Pianoconcerten in d Wq, 22, H. 425, G Wq. 43/5, H. 475; Concert voor 2 piano’s in F Wq. 46, H. 408. Michael Rische en Rainer Maria Klaas met het Leipzigs kamerorkest. Hännsler HAEN 98027 (58’04”). 2013 

 

Bach, C.P.E.: Pianoconcerten in d Wq. 23, H.427, C Wq. 112, H. 190, c Wq. 31, H. 441, d Wq. 17, H. 420, c Wq. 43/4, H. 474, E Wq. 14, H. 417, d Wq. 22H. 425, G Wq. 43, H. 475, a Wq. 26, H. 430, G Wq.44, H. 477, C Wq. 20, H. 423; Concert voor 2 piano’s in F Wq. 46, H. 408. Michael Rische en Rainer Maria Klaas met de Kammersymphonie Leipzig o.l.v. Katharina Sprenger. Hänssler HC 19043 (3 cd’s, 3u, 52’54”). 2019

 

Vooral sinds de herdenking van zijn driehonderdste verjaardag in 2014 kreeg de tweede Bachzoon Carl Philipp Emanuel Bach (1714 - 1788) veel aandacht en zijn liefst 64 (andere bronnen spreken van ruim vijftig) concerten voor klavecimbel/piano en een stel dubbelconcerten bewaard gebleven, geschreven tussen 1733 en 1788. Zij kregen daarbij veel aandacht. 

Al in zijn tienerjaren was hij een gevierde klavierspeler en het is dus niet verrassend dat hij als volwassene zoveel componeerde voor clavichord, klavecimbel en orgel. De enige die zich waagde aan een complete opname daarvan is Miklós Spányi (20 BIS cd’s) die daarvoor een klavecimbel en een tangent piano koos. 

Michael Rischke maakt uit dat geheel een keus en zette die op 5 cd’s. Zich goed houdend aan de gedragsregels van de goede uitvoeringspraktijk van barokmuziek speelt Michael Rische deze zorgvuldig fraserend en articulerend op een flexibele en lucide manier. De licht- en schaduwwerking van de muziek komt mooi naar voren en eens te meer blijken de langzame delen en de mineurwerken de meeste indruk te maken. De snelle delen klinken energiek en welsprekend.