Berio: Duo’s voor 2 violen nr. 1-34; Stukken voor viool en piano nr. 1 en 2; Sequenza nr. 8; Corale su Sequenza VIII. Joseph Puglia (v), Ellen Corver (p) en de Nieuwe Philharmonie Utrecht o.l.v. Johannes Leertouwer. Attacca ATT 2016147 (79’41”). 2015

 

Luciano Berio schreef zijn 34 Duo’s tussen 1979 en 1982 als een soort études in de geest van Bartóks Mikrokosmos om violisten ervaring te laten opdoen met de vertolking van eigentijdse muziek zonder al te lastige barrières op te werpen. Maar ze zijn tevens een persoonlijk eigen commentaar op veelal met ander met naam en toenaam genoemde componisten als: ‘Pierre’ (Boulez) en ‘Béla’ (Bartók). 

Ze hebben naast een publiek karakter ook een esthetische kant die blijkt uit de hoorbare invloeden van volksmuziek naast seriële tendensen. Elk van de Duo’s heeft een tonale kern. De mee meeste Duetten duren tussen de halve en anderhalve minuut; het langst is ‘Edoardo’, dat feitelijk geen Duet is, maar een ensemblestuk dat voor een hele klas beginners is bedoeld en waarvoor hier Nieuwe Philharmonie Utrecht aantreedt. De Due Pezzi uit 1951 vormen een aardige aanvulling waaraan eigentijdse muziek specialiste een goede bijdrage levert.

En natuurlijk is er een connectie met de achtste Sequenza voor viool uit 1976, die verder is uitgewerkt in Corale su Sequenza VIII.

Joseph Puglia speelt de Duo’s heel knap met zichzelf en houdt alles in één hand. Francesco d’Orazio voerde ze samen met Alessandro Tampieri uit binnen een omvangrijk Berio programma (Decca 476.3479, 3 cd’s).