Bach, J.S.: Little books. Bach, J.S.: Preludium BWV 815a; Franse suite nr. 4 in Es BWV. 815, Preludium, fuga en allegro in Es BWV. 998, Capriccio sopra la lontananza del suo fratello dilettisimo BWV. 992; Kuhnau: Suonata quarta in c; Hasse: Polonaise in G (BWV. Anh. 130); Böhm: Preludium, fuga en postludium in g; Couperin, F.: Rondeau in Bes (BWV. Anh. 183); Telemann: Ouverture in Es TWV. 55/Es4. Francesco Corti (kl). Arcana 4869 (84’34”). 2019

 

De Italiaanse klavecinist Francesco Corti (1963) die werkzaam is aan de Schola Cantorum Basiliensis en optrad bij de Nederlandse Bachvereniging, neemt ons op deze cd mee tijdens een tocht door de manuscripten van de familie Bach, te beginnen met de beide bundels van diens oudste broer en eerste leraar Johann Christoph (de Möller en Andreas Bach manuscripten) en de Klavierbüchlein voor Anna Magdalena uit 1722 en 1725 en Wilhelm Friedemann uit 1720. Plus enige werken van andere componisten die hij voor lesdoeleinden gebruikte. 

Het is een mooi voorbeeld van leren onder de instructies van grote meesters. We vinden daarin de eerste schetsen van wat later een Franse Suite zou worden. Leuk zijn inderdaad beide Danssuites van Bach en Telemann.

Corti’ spel gaat ver uit boven de didactische bedoelingen van een opfriscursus want hij vervult de muziek op heel muzikanteske wijze van speelplezier, een juist karakter en een steeds wisselende expressie. Vermoedelijk is Corti zelf ook een voortreffelijke leraar. Luister maar naar de gigue uit de Franse suite van Bach en de dansen van Telemann. Serieuzer van aard is het stuk van Böhm. Couperin is er als enige Fransman wat met de haren bijgesleept, maar het rondeau ‘Les bergeries’ sprankelt. 

Corti speelt op een door Andrea Restelli in 1998 gemaakte kopie van een Christian Vater klavecimbel uit 1736 dat zich bevindt in het Germanisches Museum in Neurenberg. En hij zorgt voor een der aardigste en mooiste klavecimbelrecitals uit de afgelopen maanden.