Bach, C.P.E.: Klavecimbelsonates Wq. 48 nr. 1-6 ‘Pruisische’ en Wq. 49 nr. 1-6 ‘Württembergse’. Bob van Asperen. Teldec 9031-77623-2, Warner 56469.4554-2 (3 cd’s, 2u. 55’41”). 1991

 

Tussen 1740 en 1742 schreef Carl Philipp Emanuel Bach zijn ‘Sei sonate per cembalo, che all'Augusta Maesta di Federico II, re di Prussia’, die later de titel ‘Pruisische sonates’ kregen. Het vervolg waren nog eens zes sonates uit 1742/4 die de naam ‘Württembergse’ sonates kregen.

Het zijn voor hem heel typische werken, met heldere structuren en een bijdrage aan ‘affect’ in ieder deel. Dat uit zich in korte, gebroken frasen, die soms worden samengebald tot een tragische, maar nobele aria voor klavier; in de langzame delen valt soms wat aarzelends op, alsof de vertolker aan het improviseren is. Maar ook dan vertonen de frasen een goede samenhang en klinkt de muziek statig.

Toen hij deze opname maakte had Bob van Asperen precies het stijlbesef dat deze muziek nodig heeft; hij geeft zowel van de dartele als van de meer serieuze momenten een heel goede indruk. Deze uitgave houdt zich bijzonder goed staande naast de complete uitvoering van C.P.E. Bachs klavecimbelwerken door Miklós Spányi op BIS.