Beethoven: König Stephan op. 117; Ouvertures Leonore nr. 1 op. 138, 2 op. 72a en 3 op. 72b. Bernd Tauber (spr) met het Tsjechisch filharmonisch koor Brno en de Cappella Aquilela o.l.v. Marcus Bosch. CPO CPO 77.771-2 (70’57”). 2019

 

In 1808 gaf aartshertog Franz Josef Karl van Oostenrijk de opdracht om een groot theater te bouwen in Pest om de nationalistische gevoelens van de Hongaren te sussen en de loyaliteit van Hongarije aan de Habsburgse monarchie te vieren. Toen het theater in 1811 gereed was, kreeg Beethoven de opdracht om twee herdenkingsteksten van August von Kotzebue als ‘Festspiel’ op muziek te zetten: König Stephan en Die Ruinen of Athen.

Met König Stephan werd de vorst geëerd die in het jaar 1000 het koninkrijk Hongarije stichtte. Na de Ouverture volgen de delen ‘Ruhend von seinen Thaten’ en ‘Auf dunkelm in finstern Hainen wandelten’ voor mannenkoor, de overwinningsmars ‘Wo die Unschuld Blumen streute’ voor dameskoor, met  melodrama van Stephan ‘Du hast dein Vaterland’, het koor ‘Eine neue strahlende Sonne’, het tweede melodrama van Stephan ‘Ihr edlen Ungarn!’, een religieuze mars, het melodrama met koor ‘Heil unserm Könige’ en het slotkoor ‘Heil! Heil unserm Enkeln’ en in dit geval verpersoonlijkt Bernd Tauber de koning in de melodrama’s.

Om de heldenverering en het pathos wat te temperen nam Kai Weßler voor deze opname de tekst nog eens onderhanden. Meestal horen we (maar ook zelden) alleen de Ouverture, maar met een duur van 32’25” hebben we te maken met een best substantieel werk.

Daar bestaan nog een paar opnamen van: Leif Segerstam (Naxos 574042) die het aanlokkelijk koppelde met Leonore Prohaska WoO. 96, het Opferlied, het Bundelied e.a. en Michael Tilson Thomas (Sony MK 76404, 6 cd’s). 

Bosch koos voor de vier pogingen die Beethoven ondernam om de juiste ouverture voor zijn opera Fidelio te vinden. Kwalitatief zijn geen grote verschillen tussen deze versies.