Bach, J.S.: Toccata’s nr. 1 in fis BWV 910, 2 in c BWV. 911, 3 in D BWV. 912, 4 in d BWV 913, 5 in e BWV. 914, 6 in g BWV. 915 en 7 in G BWV. 916. Laurent Cabasso. Paraty PARATY 110197 (67’42”). 2019
Er is slechts weinig bekend over he ontstaan van Bachs zeven Toccata’s. Men gelooft dat ze vòór 1717 of aan het eind van de Weimarse periode van Bach zijn ontstaan en kunnen manualiter (slechts met de handen, zonder pedaal) worden gespeeld wat ze goed bruikbaar maakt om op de piano te spelen.
Bachs zeven Toccata’s zijn heel interessante werken omdat ze zijn geschreven in de stylus fantasticus, een ongekend vrije manier van componeren met gebruikmaking van extravagante retorische gebaren gecombineerd met improvisatorische passages en striktere, eerder imitatieve gedeelten. Die stijl is ook vaak the horen in Bachs Preludes, maar in de Toccata’s wordt die combinatie binnen één enkel werk gebruikt zodat deze uit heel contrasterende gedeelten bestaat: strikt contrapunt, fugatische passages en vrij rapsodisch materiaal worden naast elkaar gebruikt.
Angela Hewitt (Hyperion CDA 67310) maakte daarvan in haar Bachserie (haar opname is uit 2002) uitbundig, misschien wat overdreven vrijmoedig gebruik van, waardoor het soms wel lijkt of deze muziek tweehonderd jaar later werd geschreven (door Liszt bv.). Maar ze geeft wel een bijzonder inzicht in de materie van deze ‘vrije’ composities.
De veelzijdige Franse pianist Laurent Cabasso die al opnamen maakte met werken van Beethoven, Schubert, Schumann, Weber, Pierné, Prokofiev en Shostakovitch wijdt zich hier voor het eerst aan Bach en doet dit met succes. Zo voegt hij zich bij Glenn Gould (Sony SM2K 52612), Wolfgang Rübsam (Bayer BR 100019), Ivo Jansen (Void 9802) en de klavecinisten Menno van Delft (Brilliant Classics 99372/7), Ursula Dütchler (Claves 50-2011) en Masaaki Suzuki (BIS SACD 2221).
In dat gezelschap houdt hij zich goed staande, maar wat mijn persoonlijke voorkeur aangaat, houd ik het toch liever op de klavecimbelversie van Suzuki.