Bruckner: Motetten ‘Locus iste’ WAB. 23, ‘Inveni Davis’ WAB. 19, ‘Christus factus est’ WAB. 11, ‘Afferentur regi virgines’ WAB. 1, ‘Pange lingua’ WAB. 33, ‘Os justi’ WAB. 30, ‘Ave Maria’ WAB. 6, ‘Vexilla regis’ WAB. 51, ‘Virga jesse floruit’ WAB. 52; Haydn, M.: ‘Christus factus est’ uit In coena Domini ad missam MH. 628; ’O vos omnes’ uit Responsoria in sabatto sancto MH. 278, ‘Ecce quomodo moritor justus; MH. deest; ‘Christus factus est’ MH. 38, ‘Salve regina’ MH. deest, ‘Tenebrae factae sunt’ MH. 162. MDR Omroepkoor Leipzig o.l.v. Philipp Ahmann. Pentatone PTC 5186-868 (61’52”). 2020
Bruckner was een zeer gelovig man die graag in de Bijbel zocht naar teksten die zijn devotie konden voeden op een manier waarbij hij gregoriaans en meerstemmigheid uit de Renaissance (vooral op romantische wijze kon combineren in een bij voorkeur zevenstemmige vorm voor gemengd koor.
Tussen 1835 en 1892 schreef hij 34 Motetten waaruit hier een keuze is gemaakt. Ze hebben voor luisteraars die het wat moeilijk hebben met deze componist het voordeel dat ze een stuk bondiger zijn dan zijn Symfonieën. Dat hij iedere vorm van theatraliteit vermeed, blijkt vooral uit werken als ‘Os justi’, (opgedragen aan Ignaz Tramhiler, de ‘regens chori’ van de abdij in St. Florian, net als ‘Virga jesse’), ‘Ave Maria’, ‘Locus iste’ en ’Tota pulchra es Maria’. Werken die voor Bruckners doen vrij simpel zijn, maar ook subliem.
De dichte harmonieën van deze werken passen het koor uit Leipzig heel goed en de sfeer van de uitvoeringen houdt goed het midden tussen een gebed en en een licht geëxalteerde uiting. De koorzangers maken veel indruk in elk van deze werken en ik hoop dat ze er meer gaan opnemen (het prachtige ‘Ecce sacerdos’ bijvoorbeeld).
Tot nu toe gaven Eugen Jochum (DG 423.127-2), Matthew Best (Naxos 8550956) en Sigvards Klava ( Ondine ODE 1362-2) de toon aan in deze werken, nu voegt Philipp Ahmann zich kundig bij hen. Alleen zette het programma niet voort met Bruckner, maar met werken van Michael Haydn. Er is gekozen voor delen uit Gradualen, Missen en Responsoria waaraan ook aandacht werd besteed door Johannes Prinz (Carus 83.354) en Markus Lehnert (Motette MOT 50806) die een vollediger beeld van dat repertoire gaven, maar de meeste luisteraars zullen genoeg hebben aan de selectie van Ahmann.