Boccherini: Sonates voor fortepiano en viool op 5 nr. 1 in Bes, 2 in C, 3 in Bes, 4 in D, 5 in g en 6 in Es op. 5, G. 25-30. Franco Angeleri (fp) en Enrico Gatti (v.). Tactus TC 74021201 (73’26”). 1989
Boccherini: Sonates voor fortepiano en viool op 5 nr. 1 in Bes, 2 in C, 3 in Bes, 4 in D, 5 in g en 6 in Es op. 5, G. 25-30. Pierre Goy (fp) en Liana Mosca (v). Stradivarius STR 33983 (2 cd’s. 1u., 37’09”). 2013
Waarschijnlijk geïmponeerd door het spel van de amateur Louise Brillon de Jouy op de toen nog nieuwe fortepiano in haar Parijse salons liet Boccherini zich in 1768 inspireren tot dit zestal Sonates die hij ook aan haar opdroeg. De componist leefde van 1767 tot 1768 in Parijs voordat hij naar Londen ging dus dat kwam goed uit.
Brillon de Jouy moet in goeden doen zijn geweest, want ze bezat verschillende instrumenten, inclusief een Frederick Beck fortepiano die ze uit Londen had gekregen van J.C. Bach. Burney berichtte over haar: ‘She is one of the greatest lady-players on the harpsichord in Europe. This lady (...) plays the most difficult pieces with great precision, taste and feeling (...). She likewise composes, and she was so obliging as to play several of her own pieces both on the harpsichord and pianoforte accompanied with the violin by M. Pagin, who is reckoned in France the best scholar of Tartini ever made.’
Vooral in de opname van Pierre Goy en Lina Mosca komen de meer lyrische en onderhoudende kanten van deze werken goed naar voren. Pierre Goy benut de dynamische- en kleurmogelijkheden van zijn instrument ten volle en Liana Mosca voegt zich met zangerige toon passend bij hem.