Bartók: Blauwbaards burcht Sz. 48, BB. 62. Mika Kares (bs., Blauwbaard en Szilvia Vörös (ms., Judith) met het Helsinki filharmonisch orkest o.l.v. Susanna Mälkki. BIS SACD 2388 (60’30”). 2020
Bartók: Blauwbaards burcht Sz. 48, BB. 62. Dietrich Fischer-Dieskau (b., Blauwbaard) en Irmgard Seefried (s., Judith) met het ht Zwitsers Festival orkest o.l.v. Rafael Kubelik. Audite 95626 (60’33”). 1962
Blauwbaards burcht, de enige opera van Bartók uit 1911/2 begint met een verteller die de toehoorders toespreekt in een cryptische taal die het hele werk kenmerkt: ‘Het verhaal is oud en zal worden verteld, maar waar hoort het van binnen of van buiten?’
De opera die voor zijn effect zoekt naar antwoorden op mysteries, geeft paradoxaal genoeg geen antwoord op die vraag en we blijven achteraf als luisteraar achter met de vraag: wat wat we zojuist zagen en hoorden een echt drama dat zich afspeelt in een wereld ‘buiten’ of juist binnen de psyche. En zo ja: wiens psyche?
Er zijn slechts twee personen, Blauwbaard en diens nieuwe vrouw, Judith, beiden tijdens de huwelijksnacht verwikkeld in een psychologisch duel dat zowel vertederend als wreed is. Judith vraagt de sleutels van de zeven gesloten deuren in het kasteel om licht te brengen in de duistere wereld. Maar de verlangde duidelijkheid brengt alleen maar een reeks verontrustende, onbeantwoorde raadsels met zich mee. De vloeren van de eerste vijf kamers zij onverklaarbaar met bloed bedekt, terwijl de zesde een tranenmeer van iemand biedt.
Judith vreest het ergste voor haar lot en beschuldigt Blauwbaard dat hij zijn zes eerdere echtgenotes heeft vermoord, maar vindt hen tenslotte levend en wel achter de zevende deur. Ze heeft daarmee haar huwelijk teniet gedaan en moet zich bij hen voegen. De opera eindigt met Blauwbaard die in eenzame duisternis achterblijft.
De interpretaties van het gegeven zijn vele en soms conflicterend. Sommige vallen terug op de theorieën van Jung en zien Blauwbaard als iemand die een dialogue intérieur voert tussen Animus en Anima. Anderen beschouwen de opera als als een feministische parabel over een poging om manlijke barrières te slechten, misogenisch geïnterpreteerd als een huwelijk dat mislukt als gevolg van het agressieve gedrag van de vrouw. Hoe dan ook heeft het werk iets raadselachtigs dat wel nooit helemaal zal worden opgelost.
Dankzij librettist Béla Balázs libretto naar Charles Perraults ‘La barbe blue’ is het een krachtig werk dat intussen meer dan dertig cd en dvd opnam en kent (zie Vergelijkende Discografie).
Het leek me goed de mooie uitvoering van Kubelik die ik bijwoonde en die werd gemaakt tijdens het Luzern Festival 1962 nog eens onder de aandacht te brengen. Maar de ware verrassing komt uit Finland. Daar zorgde Susanna Malkki, die in 2018 al een heel mooie opname maakte van de balletmuziek De houten prins en de Suite uit de Wonderbaarlijke mandarijn (BIS SACD 2328) en zich daar mee uitstekend kwalificeerde voor deze hee l geslaagde nieuwe uitgave. Samen met de Finse Mika Kares en de Hongaarse Szilvia Vörös vormt ze een ideaal stel interpreten en de dirigente voert de spanning tot bijna ondraaglijke hoogten op; ze ontlokt het orkest uit Helsinki huiveringwekkende klanken en zorgt voor een zeer geladen vertolking die tot de beste gaat behoren. De prachtige opnamekwaliteit doet de rest.