CD Recensies

BOSMANS: CONCERTSTUK VOOR FLUIT; POÈME VOOR CELLO; CONCERTINO VOOR PIANO

Bosmans: Concertstuk voor fluit en kamerorkest; Poème voor cello en orkest; Concertino voor piano en orkest. Resp. Jacques Zoon (fl), Dmitri Ferschtman (vc) en Ronald Brautigam (piano) met het Radio Kamerorkest o.l.v. resp. Jac van Steen en Ed Spanjaard. Nederland Muziek NM 92095 (39’15”). 1995
 
Het lijkt goed om nog eens aandacht te vragen voor de componiste en pianiste Henriëtte Bosmans (1895 - 1952) die wat in de vergetelheid dreigt te raken. Bosmans begon muziektheorie en compositie te studeren bij Jan Willem Kersbergen en daarna bij Willem Pijper. Voor instrumentatie raadpleegde ze Cornelis Dopper.
Als 23-jarige publiceerde ze haar eerste werk en internationaal trok ze voor het eerst de aandacht toen Willem Noske in 1938 in Parijs en Praag haar Concertstuk voor viool en orkest uit 1935 uitvoerde.
Haar loopbaan werd ernstig geblokkeerd door W.O. II als gevolg van haar Half-Joodse afkomst als dochter van Haar loopbaan werd ernstig geblokkeerd door W.O. II als gevolg van haar half-Joodse afkomst als dochter van Henri Bosmans.
Na de oorlog componeerde ze driftig verder, mede geïnspireerd door haar samenwerking met sopraan Jo Vincent en Noémie Perugia die haar tot mooie liederen inspireerden. Perugia werd haar levenspartner
Tot 1951, een jaar voor haar dod, ging ze door met componeren. Haar oeuvre bevat orkestwerken, concertante werken, kamermuziek en vele liederen. Het valt in drie gedeelten uiteen. In de jaren twintig debuteerde ze met romantische werken, in de middenperiode (waarin haar studietijd van 1927-1930 bij Pijper valt) lag he accent meer op concertante werken in een moderner idioom en in de derde periode na de oorlog schreef ze voornamelijk liederen.
Deze driedeling heeft alles te maken met de invloeden die mensen en instrumenten op haar hadden. De cello van haar in 1896 overleden vader Henri die in het Concertgebouworkest speelde en overleed toen zijn dochter zes maanden oud was en van Marnix Loevenssohn die in 1926 de première gaf van haar Poème voor cello en orkest. Haar Cellosonate en haar werken voor cello en orkest waren opgedragen aan de prominente lesbienne Frieda Belinfante.
De piano was haar eigen instrument, net als dat van haar in 1949 gestorven moeder Sara Bosmans-Benedicts. En vervolgens de viool als instrument van haar in 1935 gestorven verloofde Francis Koene. De zangstem, tenslotte, behoorde aan Bosmans levensgezel, de in 1992 gestorven Franse zangeres Noëmie Perugia met wie ze sinds 1949 een duo vormde. Bosmans stond in de gratie van Willem Mengelberg die haar tussen 1929 en 1940 en daarna met andere dirigenten tot 1949 22 maal met het Concertgebouworkest liet optreden.
Natuurlijk moest Bosmans ook altijd optornen tegen de vooroordelen jegens vrouwelijke componisten die algemene erkenning in de weg stonden. Na de oorlog componeerde ze driftig verder, mede geïnspireerd door haar samenwerking met sopraan Jo Vincent en Noémie Perugia die haar tot het schrijven van mooie liederen brachten. Perugia werd ook haar levenspartner.
Tot 1951, een jaar voor haar dood, ging ze door met componeren. Haar oeuvre bevat orkestwerken, concertante werken, kamermuziek en vele liederen. Het valt in drie gedeelten uiteen. In de jaren twintig debuteerde ze met romantische werken, in de middenperiode (waarin haar studietijd van 19.27-1930) bij Pijper valt) lag het accent meer op concertante werken in een moderner idioom en in de derde periode na de oorlog schreef ze voornamelijk liederen.
Deze driedeling heeft alles te maken met de invloeden die mensen en instrumenten op haar hadden. De cello van haar in 1896 overleden vader Henri die in het Concertgebouworkest speelde en overleed toen zijn dochter zes maanden oud was en van Marnix Loevenssohn die in 1926 de première gaf van haar Poème voor cello en orkest. Haar Cellosonate en haar werken voor cello en orkest waren opgedragen aan de prominente lesbienne Frieda Belinfante.
De piano was haar eigen instrument, net als dat van haar in 1949 gestorven moeder Sara Bosmans-Benedicts. En vervolgens de viool als instrument van haar in 1935 gestorven verloofde Francis Koene. De zangstem, tenslotte, behoorde aan Bosmans levensgezel, de in 1992 gestorven Franse zangeres Noëmie Perugia met wie ze sinds 1949 een duo vormde. Bosmans stond in de gratie van Willem Mengelberg die haar tussen 1929 en 1940 en daarna met andere dirigenten tot 1949 22 maal met het Concertgebouworkest liet optreden.
Natuurlijk moest Bosmans ook altijd optornen tegen de vooroordelen jegens vrouwelijke componisten die algemene erkenning in de weg stonden.
Op deze cd wordt een heel goed idee gegeven van enige van haar concertante werken.