CD Recensies

BIBER: HARMONIA ARTIFIOSO-ARIOSA

Biber: Harmonia atificioso-ariosa ‘Partita’s nr. 1-7’. Der musikalische Garten. Coviello COV 92016 (2 cd’s, 1u., 23’11”). 2020
 
Virtuositeit is één van de kenmerken van de muziek van Biber (1644 - 1704) maar zijn muziek is zoveel meer dan een demonstratie van virtuositeit. Dat blijkt opnieuw uit zijn verzameling van zeven ‘Partia’s’ uit de verzameling Harmonia artificioso-ariosa die in 1712 postuum werd gepubliceerd.
Veel van de delen hebben een dramatisch karakter. Goede voorbeelden daarvan zijn de Preludes die de rest die daarop volgt bepalen. De preludia van nr. 6 en 7 zijn tweedelig, het eerste langzaam, het tweede snel.  Ze zorgen voor dramatisch contrast en bereiken geleidelijk een climax. Datzelfde gebeurt in de ‘passacaglia’ van Partia 5 en in de ‘ciaconia; van nr. 3.
Vooral de variaties die op Partia 4 na in al deze werken voorkomen, confronteren de luisteraar met een hele catalogus aan speeltechnieken. Nr. 6 is de enige ‘conventionele’, in alle andere Partia’s gebruikt Biber de scordatura techniek, wat betekent dat dat de vioolsnaren zijn gestemd overeenkomstig de toonaard van het werk. Zijn oorsprong schijnt dat te hebben gehad in de stempraktijk van de lyra viool ui Engeland in de eerste helft van de zeventiende eeuw. Biber bespeelde dat instrument zelf ook.
De zeven Partita’s zijn voor respectievelijk voor 2 violen en b.c. in d, 2 violini piccoli en b.c. in b. 2 violen en b.c. in A, viool, altviool en b.c. in Es, 2 violen en b.c. in g, 2 violen en b.c. in D, 2 viole d’amore en b.c. in c. Een bijzonderheid is Partia 4 voor viool en altviool, omdat destijds de altviool weinig toepassing had in Oostenrijk. Ook nr. 7 valt op met zijn 2 viole d’amore.
Omdat de beide partijen in de uitvoering voor dezelfde problemen zorgen, is het belangrijk dat beide spelers een gelijkwaardig hoog spelniveau bezitten. Daarvoor is hier goed gezorgd. In het algemeen doen de uitvoeringen geheel recht. Daarvoor zorgen Karoline Echeverri Klemm, Germán Echeverri Chamorro, Annekatrin Beller, Daniela Niedhammer van het met prijzen bekroonde ensemble Der musikalische Garten; ze genoten hun opleiding aan de Schola cantorum Basiliensis en specialiseerden zich in authentiek uitgevoerde ‘oude muziek’.
Geduchte concurrentie hebben ze alleen van Reinhard Goebels Musica antiqua Köln (Archiv 474.965-2) uit 2003.