CD Recensies

BRAHMS: PIANOCONCERTEN NR. 1 EN 2, SCHIFF

Brahms: Pianoconcerten nr. 1 in d op. 15 en 2 in Bes op. 83. András Schiff met het Orchestra of the Age of Enlightenment. ECM 485.5770 (2 cd’s, 1u. 34’33”). 2019
 
Op zijn manier zocht András Schiff bij zijn opname van de beide Pianoconcerten van Brahms naar een vorm van authenticiteit. Om te beginnen koos hij daarvoor een goed gerestaureerde Blüthner vleugel uit Leipzig die circa 1859 werd gebouwd en liet hij de strijkinstrumenten van van het vijftig leden tellende Orchestra of the Age of Enlightenment met darmsnaren bespannen en het aantal blazers wat terugbrengen in aantal en klankvolume. Met de bedoeling dat de werken ongeveer zo klonken als destijds met het bekende orkest uit Meiningen o.l.v. Hans von Bülow dat over negenenveertig musici beschikte.
Logisch dat de Pianoconcerten daardoor anders klinken, vooral ook dan Schiffs eerdere opname van Pianoconcert nr. 1 met het Weens filharmonisch orkest o.l.v. Georg Solti (Decca 425.119-2) uit 1988. Maar hij deed meer en ging terug tot de manuscripten en ontdekte dat de componist een metronoomaanduiding had genoteerd die tot een aanzienlijk langzamer tempo leidt van het Pianoconcert nr. 1 en deze niet heeft overgenomen in de gedrukte versie. Daar is echter weinig van te merken. Integendeel want hier duurt dit deel 22’06” en in zijn oude opname 23’09”, bij Pollini 21’02”, bij Brendel 22’44” en bij Zimmerman 23’27”.
Maar dat maakt zijn vertolking niet minder overtuigend want hij bouwt de de spanning mooi gelijkmatig op en weet met zijn niet al te krachtig klinkende vleugel in het lage register goed partij te bieden aan het orkest dat in het langzame deel heel mooie milde strijkers- en blazersklanken produceert.
De transparante orkestklank werpt ook zijn vruchten af in Pianoconcert nr. 2 dat even mooi, zonder overdrijving of aanmatiging uit de verf komt.
Daardoor krijgt deze opname een verdiende plaats in de eredivisie omdat hij wat bijzonders te bieden heeft. Maar het is ook weer niet zo dat hij te verkiezen valt boven de uitvoeringen van Nelson Freire (Decca 475.7637) en Emil Gilels (DG 447.46-2).