Birgitta van Zweden: ‘Latuit in blando’, ‘Rubens rosa’, ‘Gaude Birgitta’, ’Rosa rorans bonitatem’, ‘Missus Gabriel’, ‘Caelestis erat curia’, ‘Mara, Maria’, ‘Sicut spianarum’, ‘O Birgitta’, ’ Vedete miraculum’, ‘Benedictis sis tu dignissime’, ’Tota pulchra es’, ‘Omnem potestatem’, ‘Annuncietur’, ‘Eva mater’, ‘In hijs solemnijs’, ‘Trina celi’. Schola Cantorum. Proprius PRCD 2026 (58’18”). 2002
Birgitta van Zweden was een mytica die leefde van 1303 - 1373 en als heilige wordt vereerd. Ze stichtte in 1346 in Vadsena aan het Vattenmeer niet alleen de kloosterorden der birgittinessen met zestig nonnen en vijfentwintig birgittijnen, maar werd vooral bekend door haar visioenen, de boodschappen die har werden geopenbaard en haar bewaard gebleven composities.
Deze stammen uit het boek ‘Cantus Sororum’. Dit boek was essentieel voor de kloosterlingen want het bevat de vroege ochtend gezangen voor elke weekdag. Ma ar het bevat ook de bijbellezingen en de preken. Het gaat daarbij om gezangen, antifonen en responoria. Iedere dag had een eigen thema.
Het is een misvatting dat al deze Middeleeuwse muziek meerstemmig is, meestal is dit zelfs niet het geval. Birgitta stond erop, dat haar muziek moest worden uitgevoerd als ‘gebedsliederen’. Het was de tijd waarin Machaut zijn Mis schreef en de ‘ars subtlior’ in opkomst was.
De klein bezette Schola Cantorum zingt mooi meditatief met goed gevoel voor nuancen en legt de structuren goed open. Sommige melodieën zullen bekend voorkomen.